Tegelijk met dit wetboek treedt n. 1. daar te lande dan ook in werking de nieuwe Wet op de Krijgstucht (Wet van 27 April 1903 Staatsblad No. 112). In verband met artikel 76 R R. kan eerst daarna hier te lande worden overgegaan tot invoering van nieuwe wetten en voorschriften op dit stuk Hoe dit ontwerp na gereed komen zal luiden, is thans niet te zeggen Volgens nieuwe Nederlandsche tuchtbepalingen wordt echter door het beklag op zich zelf de (verdere) uitvoering van de straf niet opgeschort, doch kan de meerdere, die over het ingediende beklag heeft te beslissen, indien en voor zooverre daartoe termen zijn, de verdere uitvoering der straf schorsen. Niet geheel juist is de meening, dat h. t. 1. de man zijn straf geheel zou moeten ondergaan, en eerst daarna zou mogen klagen. Het Voorschrift geeft aan, dat de gestrafte niet vóór den tweeden en niet na den vijfden dag na dien, waarop de oplegging van de straf te zijner kennisse is gekomen, zijn beklag kan indienen. Volgens de voorschriften wordt het aantal leerkrachten bij de korpsscholen door den korpscommandant vastgesteld in verband met het aantal leerlingen en het aantal klassen. Dat een of meer der scholen niettemin over te weinig leerkrachten beschikken, is niet gebleken. Dat de dienstplicht een last is, kan niet worden ontkend. De druk daarvan is tijdens den overgangstoestand, n. 1. totdat de negentienjarigen onder de wapenen zullen worden geroepen, abnormaal. Hieraan wordt tegemoet gekomen door verzoeken om uitstel van opkomst voor eerste oefening, zooveel als met 's Lands belang is overeen te brengen, in te willigen; voorts is door de Regeering bij Staatsblad 1918 No. 271 eene voor- loopige regeling der aan dienstplicht gen tijdens de eerste oefe ning toe te kennen vergoedingen bekend gemaakt, waarbij op vrijgevige wijze tegemoet wordt gekomen aan mogelijke finan- cieele gevolgen van het verrichten van den verplichten gewa- penden dienst Het aantal generaal-officieren bedraagt bij het Nederlandsche leger 19 (ongerekend de Opperbevelhebber, 2 generaals bij het Hoog Militair Gerechtshof en de tijdelijk in actieven dienst herstelde officieren van dien rang), terwijl in het Indische le ger ten hoogste 5 generaals (buiten den Legerbevelhebber en den Civiel en Militair Gouverneur van Atjeh) aanwezig zijn. 543

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 73