Het aantal bedraagt op dit oogenblik 4. De verhouding is voor Indië niet bijzonder gunstig, het aantal voor vermindering niet vatbaar zonder de dienstbelangen te schaden. a. Naar het model van de sedert 1913 in Nederland in wer king getreden herziene Rechtspleging bij de Landmacht is hier te lande vervaardigd een ontwerp Reglement op de Rechts pleging bij de Landmacht in Nederlandsch-Indië, hetwelk den 15den September 1917 door de Regeering aan den Minister van Koloniën is aangeboden Nader bericht hieromtrent werd niet ontvangen. Het materieel militair strafrecht is thans nog voor Nederland en Nederlandsch-lndië gelijk aangezien in Nederland nog niet in werking is getreden het in 1903 gereedgekomen Wetboek van Strafrecht. b. Invoering van een capitulantenstelsel voor de onderoffi cieren wordt in overweging genomen. c. De hier bedoelde hulpverleening aan m nderen bij het zoeken van een particulieren werkkring het capitulanten- stelstel buiten beschouwing latende ligt naar het voorkomt grootendeels op het terrein van de particuliere werkgevers. Vereenigingen, welke zich het verleenen van deze hulp ten doel stellen zullen kunnen rekenen op de meest mogelijke medewerking van de zijde van het legerbestuur, terwijl indi vidueel door meerdere officieren in dit opzicht hulp wordt verleend, ingeval deze wordt ingeroepen. Tot de vervanging van den afgetreden Legercommandant nam de Regeering het initiatief, omdat zij het onontbeerlijk vertrouwen miste in het beleid en het inzicht van dien Opperofficier. De Europeesche militie is niet tegelijkertijd met de inheemsche ingesteld, omdat de voorbereiding van eerstbedoelde tijdig gereed was en het Opperbestuur van oordeel was, dat het aanbeveling verdiende, om ten aanzien van den verplichten krijgsdienst de Europeesche bevolking te doen voorgaan. De door sommige leden gemaakte opmerking omtrent de invoering der militie voor Europeanen bij de ordonnantie van 10 Maart j 1. staatsblad No. 139 kan niet als juist worden erkend, omdat die uitvoering berust op eene uitdrukkelijke uitspraak van den rijkswetgever. Bij nota van wijzigingen op het ontwerp der aanvullingsbe- grooting voor 1917 zijn n. 1. door den Minister van Koloniën gelden aangevraagd om te kunnen overgaan tot de uitvoering in dit jaar van het dienstplichtstelsel voor Europeanen, waar- 544

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 74