petten, enz achter bij hunne vakgenooten in het buitenland. Door den Minister van Koloniën werd in 1915 bepaald, dat als beginsel behoort te gelden, dat alle goederen, welke h. 1.1. als gewone handels-artikelen op de markt worden gebracht en tegen billijke prijzen kunnen worden verkregen, niet meer uit Nederland zullen worden geëischt Bestellingen echter van goederen van bijzonderen aard bij den handel of juister gezegd door bemiddeling van den handel mogen evenwel niet plaats hebben, daar de Regeering in Nederland haar eigen aanschaffingskantoor heeft en het bij bestellingen van bijzondere artikelen de beste en goedkoopste weg is de onderhandelingen rechtstreeks met de fabrieken te voeren. In verband met de bijzondere tijdsomstandigheden worden thans ook artikelen, welke voorheen uit Nederland werden betrok- kne, rechtstreeks in het buitenland (Japan en Amerika) aangeschaft. Het Departement van Koloniën heeft daarvoor in laatstgenoemd land een eigen kantoor geopend. Ook voor de Artillerie, de Genie, den Militair Geneeskundigen Dienst en den Topografischen Dienst wordt op gelijke wijze gehandeld als hierboven voor de Intendance is medegedeeld. Voor de beweerde afgunst bij het staande leger op de zoo veel betere behandeling van de miliciens bestaat geen redelijken grond. Aan de opvolging van artikel 28 van het dienstplicht besluit, waarbij is bepaald, dat de ingelijfden bij de militie dienen tegelijk met en op de zelfde wijze als de vrijwilligers bij de landmacht, zal de hand worden gehouden. De desbe treffende uitvoeringsbepalingen zijn met de bedoeling van vorenbedoeld Koninklijk besluit in overeenstemming. Dat de dienstplicht aan den handel, de cultures enz. werk krachten onttrekt, spreekt van zelf. Om de hieraan verbonden nadeelen zooveel mogelijk te verlichten, is als beginsel aan genomen, zoo eenigszins mogelijk aan verzoeken om uitstel van eerste oefening gevolg te geven. Hierdoor kan het aantal tegelijk in dienst komenden van dezelfde maatschappij, onder neming, enz- worden beperkt. De eisch, dat voor oefening onder de wapenen komende dienstplichtigen worden gekazerneerd, kan niet worden losgelaten, vermits zulks dringend noodig is om tijdens den korter, duur der eerste oefening de dienstplichtigen tot behoorlijke soldaten te vormen. Het ligt in de bedoeling om hen, die voor onderofficier in opleiding komen, na het einde van den eersten oeïeningstija, vrijheid te verleenen, buiten de kampementen te wonen. Met betrekking tot het aantal te verwachten dienstplichtigen 550

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 80