groot verloop hun zware vredestaak eenigszins naar behooren
te volbrengen en zich voor de oorlogstaak voor te bereiden.
De verpleging in engeren zin van Inlandsche militairen in de
hospitalen, staat niet ten achter bij die van Menadoneezen
De behandelende geneesheer is vrijwel onbeperkt in het geven
van zijne voorschriften ten aanzien van ziekenvoeding, ligging
ea; alleen de gewone voeding in de hospitalen is naar analogie
van de voeding in de kazerne voor Inlanders en Amboineezen
verschillend, een en ander in aansluiting aan verschillen in
aanpassingsvermogen en godsdienstige gebruiken.
De Amboineesche en Inlandsche sergeant worden beiden
in de 2e Afdeeling verpleegd en wel de eerste in de Afdeeling
2a, de tweede in 2b zooals de korporaals en soldaten eveneens
naar gelang van hun landaard respectievelijk in afdeeling 3a
en 3b met de verschille in voeding als boven is geschetst.
Op heden is er een te kort van 13 officieren van gezond
heid, ^ongerekend dègenen die om verschillende redenen gedu
rende langeren tijd geheel of gedeeltelijk aan den dienst onttrokken
worden. Daartegenover staat, dat in Nederland 40 officieren
van gezondheid wegens de huidige tijdsomstandigheden op
eerste uitzending wachten.
Aanvulling met Indische Artsen is niet mogelijk, omdat deze
medische krachten niet onttrokken kunnen worden aan den
Burgerlijk Geneeskundigen Dienst, die zelf met een groot te
kort aan personeel heeft te kampen.
De proef met eene tewerkstelling van Indische artsen bij
de militaire hospitalen 1907/1908 heeft er toe geleid, dat van
de drie daartoe aangewezen geneeskundigen een voor den
aanvang van de proef ontslag uit 's Lands dienst verzocht,
de tweede wegens ziekte gevolgd door overlijden nimmer tot
de proef is gekomen, de derde na een proefjaar in het militair
hospitaal te Tjimahi volgens eigen verklaring tevreden was
met zijn nieuwen werkkring en de omgang met de officieren
van gezondheid collegiaal en aangenaam vondde bezoldiging
in 's Lands dienst was hem echter onvoldoende, waarom hij
zijn ontslag vroeg.
Met die proef is gebleken, dat de beste onder de Indische
artsen aan een gering aantal groote militaire hospitalen den
dienst kunnen verrichten op zalen, waar Inlandsche militairen
worden verpleegd, en aldaar een officier van gezondheid kunnen
vervangen.
Het afstaan van de officieren van gezondheid aan den dienst
der Pestbestrijding werd en wordt bij hel bestaande tekort
ernstig gevoeld, doch werd in het algemeen belang noodzake
lijk geacht.
555