te diensten. Het besluit bevat voor andere min ot meer op militaire wijze geoefende groepen militieplichtigen geen derge lijke bepalingen. Het verkorten van de eerste oefening voor leden van vrijwilligerskorpsen zou dus een onwettige maatregel zijn. Overigens zal met de, na opkomst onder de wapenen blij kende, geoefendheid van genoemde leden evengoed rekening worden gehouden, als met die van andere ingelijfden (w.o. Nederlandsche dienstplichtigen, die daar te lande de eerste- oefening gedeeltelijk hebben volbracht), zoover de dienstbelangen zulks gedoogen (bijv. door hun verlof te verleenen voor den tijd, dat het voor hen niet noodig is oin een bepaald deel der recruten-opleiding te volgen). Verschillende maatregelen zijn reeds getroffen, waardoor de oprichting van vrijwilligerskorpsen wordt aangemoedigd en medegewerkt aan de instandhouding van zoodanige korpsen. Aan billijke verzoeken van die korpsen wordt zooveel mogelijk voldaan. Wegens een tekort aan officieren kan niet steeds aan ver zoeken om beschikbaarstelling van een officier van het leger gevolg worden gegeven. Daarom is ten behoeve van de leiding van het vrijwilligers korps „Sumatra's Oostkust een gepensionneerd kapitein der Infanterie beschikbaar gesteld en is voor het vrijwilligerskorps „Tapanoeli" in overweging gegeven om te beschikken over personeel van de Gewapende Politie. Opdringen van instructeurs van het leger is niet gewenscht blijken de korpsen zelf voldoende belangstelling te bezitten, dan zal aan verzoeken om beschikbaarstelling van instructeurs zooveel mogelijk gevolg worden gegeven. Het renteloos voorschot aan de N. V. Djainpit ad 200.000 wordt gesplitst in de helft als werkkapitaal en de andere helft gekapitaliseerd fokmateriaal; het laatste wordt door de Commissie van Raad goedgekeurd en zoo noodig aangeschaft. De afbetaling geschiedt door levering van de gefokte 4 jarige paarden aan het Leger, dat de voorkeur heeft. De Naamlooze Vennootschap Djampit geeft een borgstelling van 2000 bouws grond gelegen op het idjenplateau. Het fok materiaal blijft tot na de geheele afbetaling eigendom van het Gouvernement. Het voorschot wordt als volgt verstrekt 20.000 oprichtingskosten; 60.000 in 1918, de helft voor fokmateriaal en verder hoog stens 35.000 in elk volgend jaar. Het aantal fokmerries in 5 jaren te brengen op 250 stuks. 557

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 87