de ongetwijfeld in de Buitengewesten bij de toepassing daarvan
te verwachten moeilijkheden te kunnen voorkomen. De Minister
van Koloniën teekende daaromtrent in de M.v.T. op het D.-B.
bij art. 57 aan:
„Alhoewel het onderhavige besluit de strekking heeft om den di
enstplicht op te leggen aan alle daarvoor in aanmerking komende
Europeesche Nederlandsche onderdanen in geheel Indië, is in en
kele gebiedsdeelen van Indië, bijv. Nieuw-Guinea, het aantal dier
onderdanen nog zoo gering en is de verbinding van deze gebieds
deelen met Java nog zoo moeilijk, dat invoering van den dienstplicht
aldaar voorshands nog weinig practisch nut zou hebben".
Dat „vele" voor den verplichten krijgsdienst in aanmerking
komende jongelieden Java verlaten om zoodoende den dienst te
ontloopen, mag worden betwijfeld, om de eenvoudige reden,
dat de gelegenheid om jongelieden van den voor eerste opkomst
bepaalden leeftijd in de Buitengewesten te plaatsen beperkt is.
Overigens bestaat, zoolang de ingeschrevene nog niet is opge
roepen voor de keuring, volkomen vrijheid van beweging. Van
overplaatsing naar de Buitenbezittingen, tot vorenaangeduid doel,
van landsdienaren zijn geen voorbeelden bekend.
De niet-Europeesrhe sergeanten en korporaals bekleeden
z.g. „secundaire" betrekkingen, waarvoor de eischen zoowel
wat betreft vakkennis, als algemeene ontwikkeling, omvang en
gewicht der functies, zelfstandigheid en verantwoordelijkheid
beduidend lager zijn dan die, welke gesteld worden aan de
door hunne Europeesche ranggenooten' bekleede kaderbetrek
kingen. De regeling van de dienstvoorwaarden houdt daarmede
uit den aard der zaak verband.
intusschen is sedert kort voor meerdere groepen van niet-
Europeesche onderrofficieren en korporaals de gelegenheid open
gesteld om zich in hun rang een positie te verwerven, welke
voorloopig nog behoudens eenige uitzonderingen, echter niet
wat inkomsten, voeding en huisvesting betreft in materieel
opzicht overeenkomt met die hunner ranggenooten van Euro-
peeschen landaard, terwijl voor eenige van die groepen tevens
ook de hoogere onderofficiersrangen zijn opengesteld.
In deze richting wordt met spoed voortgeschreden, zoodat
aangenomen kan worden, dat reeds in de naaste toekomst al
die kaderbetrekkingen, welke thans nog uitsluitend door Euro
peanen bekleed kunnen worden, voor alle landaarden zullen
zijn opengesteld en wel op voet van gelijkheid met Europeanen.
1) De uitvoeringsmaatregelen zijn ten deele nog in bewerking en
daarom nog niet ter kennis van belanghebbenden gebraeht.
559