den loop slechts met R-geweren beoefend mag worden
36), zullen noodzakelijkerwijze de verrichtingen bij het
schieten met scherpe patronen en die voor het touwtje eenigs-
zins blijven uiteenloopen. Dit neemt echter niet weg, dat het
streven daarop gericht moet zijn deze afwijkingen tot een
minimum te'rug te brengen. En zulks is zeer wel mogelijk,
mits deze aanslagoefeningen daarbij tevens de onverflauwde
belangstelling genieten van officieren en kader en niet ver
worden tot bezighouderij. Speciaal heb ik hier op het oog het
gestadig controleeren, opdat simuleeren uitgesloten zij en het
den man ook niet voorkomt, dat hij zich doelloos inspant. Op
de schietbanen is immers het nagaan van de treffers ook een
controle. Doch laat ik hier niet op vooruitloopen.
Alvorens aan te geven, op welke wijze en o.a. met welke
hulpmiddelen de verschillende aanslagoefeningen meer in de
lijn zijn te brengen van het schijfschieten en omgekeerd, zij
gereleveerd, hoe de eerstgenoemde oefeningen gemeenlijk plaats
vinden. Omtrent haar verloop kan ik bovendien kort zijn, aan
gezien men zich schier dagelijks van den gang van zaken kan
overtuigen. Bijna zonder variaties levert de practijk het volgende
beeld.
Enkele malen per week vóór het uitrukken worden de sectiën
gedurende 5 a 15 minuten voor de touwtjes geoefend. Een
sergeant, soms ook een korporaal, geeft stooten op de tirail-
leerfluit of roept „aan" en „af", terwijl het overige kader zich
onledig houdt met achter de aan een of beide zijden van de
draad opgestelde manschappen heen en weer te loopen en
bij tusschenpoozen op een kolf te drukken. Beoefend worden
aanslagen in staande en knielende houding, voor liggen levert
doorgaans het natte gras bezwaren op, weshalve deze houding
de meest voorkomende zegt men achterwege blijft. Bij
een nadere beschouwing van het touwtje blijkt dit somtijds
voorzien te zijn van kralen; spelden, gelijk het schietvoorschrift
aangeeft 41), zal men er slechts bij uitzondering opgestoken
vinden.
Ziehier in grove trekken geschetst, hoe men in hoofdzaak
de groote vaardigheid in het gericht en snel in den aanslag
brengen van het geweer bij den troep denkt te verkrijgen en
492