Flllcs Wat. Dogmaals de brigade (y2 sectie) als tactische en admini5tratiei)e eenheid. Het is thans 2y2 jaar geleden, dat ik in dit tijdschrift (I.M.T. 1915 blz. 1024 e.v.) de aandacht vroeg voor de nadeelige ge volgen van het brigade!^ sectie)verband bij onze veldbataljons, als gevolg van het belangrijk tekort aan Europeesche onder officieren, dat in hoofdzaak drukte op de korpsen op Java, waardoor het uitoefenen van het gezag zoowel als het houden van rechtstreeksch toezicht over de manschappen voor minstens de helft van de compagnie aan Europeesche korporaals of niet- Europeesch kader moet worden toevertrouwd. Is er sedert eenige verandering ten goede te constateeren? Die vraag kan volmondig ontkennend worden beantwoord; het tekort aan Europeesch kader is nog volstrekt niet ver minderd, daarentegen verneemt men herhaaldelijk uit den troep de klacht, dat het gehalte der onderofficieren ook nog voort durend achteruit gaat. De toestand eischt dan ook dringend voorziening. Het Leger bestuur is er toe overgegaan, het tekort aan Europeesch kader aan te vullen met Amboineesch en Inlandsch kader. Vermoedelijk als maatregel van tijdelijken aard bedoeld, blijft dit een lapmid del, waarmede het euvel natuurlijk niet verholpen is. Hoe dan ook, aanvulling van Europeesch kader, in het bij zonder van Europeesche sergeanten, zoowel in aantal als in gehalte, dient onverwijld en met de meeste energie ter hand te worden genomen. Evenwel, al zou men er ook in slagen, geleidelijk verbete ring in den toestand te brengen, daarmee zijn wij niet dadelijk geholpen. Met een enkele machtspreuk stampt men nu eenmaal geen bruikbare onderofficieren uit den grond En intusschen woekert het kwaad voortonvoldoende toezicht in de kazerne en als gevolg daarvan verslapping en ondermij ning van de krijgstucht bij ons hoofdwapen 515

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 45