voor deze militairen cursussen in de Nederlandsche taal moeten
gehouden worden. Dit laatste werd door vele leden van groot
belang geacht.
Men achtte het voorts noodzakelijk, dat de in punt 15 be
doelde bijslag op niet te schriele wijze berekend zou worden
en dat deze aangelegenheid met meer snelheid ter hand werd
genomen, dan thans het geval is.
Het zoude voorts, naar men meende, een zeer gunstigen indruk
maken, indien de Regeering reeds in afwachting van de vast
stelling van de begrooting van 1919 maatregelen nam, opdat
de voorstellen van onderafdeeling 409 reeds dit jaar tot uit
voering kwamen.
De opmerking werd gemaakt, dat wanneer de hier bedoelde
positie-verbetering eenige jaren eerder tot stand was gekomen,
het kwaad, dat men daarmede wik bestrijden, niet zulke afme
tingen zou hebben aangenomen, als thans het geval is.
Het trok de aandacht, dat voor het aanleggen van een vlieg
kamp te Bandoeng op de begrooting van 1918 een bedrag van
1.720.000 was uitgetrokken, terwijl op deze begrooting slechts
een memoriepost voorkomt. Men zou gaarne een verklaring hier
van willen ontvangen.
Tevens werd gevraagd, of het voor dit vliegkamp bestemde
terrein in alle opzichten geschikt is voor het doel.
Men meende te weten, dat het terrein bij Rantjaekek niet vol
daan had, omdat het in de Westmoesson te drassig zou zijn.
In verband daarmede werd gevraagd, of men de voor het
terrein te Rantjaekek uitgegeven gelden niet had kun en besparen.
Hola uan anliroord uan de Regeering (Uittrekseli.
in het kort komen de denkbeelden, wat de verdediging te
land betreft, op het volgende neer.
De weermacht te land wordt uitsluitend georganiseerd met
het oog op de verdediging van deze gewesten tegen een aan
slag van buiten, op het handhaven van de neutraliteit en van
de orde en de inwendige rust. Agressief optreden naar buiten
is daarbij geheel uitgesloten
Van een intensieve verdediging van de eilanden buiten Java
moet vooralsnog, om overwegingen van practischen aard, wor
den afgezien; de verdediging van die gedeelten van Neder-
iandsch-lndië zal in de eerste plaats behooren tot de taak van
(1) Wegens plaatsgebrek zijn gedeelten van minder belang weg
gelaten
534