van den tegenstander stellend, tot de conclusie kunnen komen, dat een landing aan de kust van de Golf van Liaotung, noch bij Yink'ou, noch aan de westkust van het schiereiland waar schijnlijk was. Ook aan de oostkust zou een landing in de nabijheid van Port-Arthur niet verwacht mogen worden, zoodat slechts de kuststrook Yentowa-P'itzuwo-Takustshan overbleef; en in deze strook vond men slechts bij de drie genoemde plaatsen aannemelijke landingspunten. Eenmaal tot deze conclusie gekomen, was het zaak de eigen op stelling te bepalen, waarbij echter rekening diende te worden gehouden met een mogelijk optreden van het Iste Japansche leger. Het spreekt van zelf, dat de vloot te Port-Arthur geheel in tact en strijdvaardig moest blijven, terwijl deze plaats diende te worden bezet door een afdeeling, welke detachementen moest uitzenden naar Dalny en Liushuchun Talienwan). Ook de stelling van Chinchou moest bezet worden, doch slechts zwak, zoodat het hoofddeel van het Kwantungdetachement te P'ulantien kon worden gelegerd. Vrees voor afsnijding van Port-Arthur behoefde niet te bestaan, aangezien deze afdeelingen gemakkelijk per spoor en te voet naar het Zuiden konden terugtrekken en zeker eerder de Chinchou-stelling bereikt zou den hebben dan een gelande tegenpartij. Het veldleger moest zoodanig zijn opgesteld, dat ook tegen het Japansche 1ste leger kon worden opgetreden, terwijl zekerheidshalve slechts kleine afdeelingen bij Yink'ou en Hsiungyüehch'ang konden worden geplaatst. Het veldleger had dus opgesteld kunnen blijven, als thans het geval was, n. 1. de .hoofdmacht bij Liao- yang en het le S, L. K. te Tashihch'iao, waarbij dan voor de verzameling van het noodige spoorwegmateriëel bij laatstge noemde plaats moest worden zorggedragen. Aan de Oostkust moesten op verschillende plaatsen kust wachten worden opgesteld o. a. bij Terminalpoint en Pitzuwo. De Kozakken-brigade, voor een deel opgesteld bij Shihya- tien, behoorde slechts tot taak te krijgen afdeelingen uit te schuiven naar Taitongkou - Takushan en halverwege P'itzuwo voor aflossing zorg te dragen en z.n. deze afdeelingen te steunen. De rest van de brigade kon beter voor de opheldering in Korea worden benut. 566

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 10