op reis, zoodat de brief hem misschien pas een paar jaar later bereikt, doet niets af aan het feit, dat de Volksraad er is, en dat hij kan vergaderen. Voor de Regeering was met de benoeming van de nog niet door de reeds eerder afgeloopen verkiezing aangewezen leden gedaan, wat zij te doen had. Met die laatste handeling, het slaan van het benoemingsbesluit was de zaak geheel voltooid, en of nu iemand zijn antwoord wat later of desnoods in het geheel niet inzendt, kan daar niet aan te kort doen. Na 23 Februari 1918 was er een raadpleegbare Volksraad Niet slechts een op papier, niet de fictie van artikel 131, maar het geheel voltooide college, dat geraadpleegd kon worden en geraad pleegd had moeten zijn voor alles, wat na 23 Februari in zake oplegging van dienstplicht is geschied Er is reeds opgewezen, dat buitengewone vergaderingen ten allen tijde konden plaats vinden, dat deze niet op 21 Mei be= hoefden te wachten, terwijl deze zich zelfs kunnen beperken tot de leden woonachtig op Java en Medoera Zelfs ai ware er „periculum in mora'' geweest, wat niet beweerd is en wel niet beweerd zal worden dan had zonder eenig bezwaar de raadpleging van den Volksraad kunnen geschieden Een buitengewone vergadering had kunnen worden bijeen geroepen, dat zou volkomen wettig geweest zijn, zelfs zonder de menschen van de buitengewesten en de Volksraad had geraadpleegd kunnen worden over het ontwerp van de ordon nantie van 18 Maart. Het debat over de wettigheid kunnen wij trouwens verder achterwege laten, het is de rechter, die zal hebben te beslissen. Naar mijn meening is het formulier van afkondiging niet in orde, en de rechter zal kunnen beslissen of, nu de sacrementeele woorden zijn weggelaten, de ordonnantie wettig is of niet. Maar de heer Schumann is verder gegaan, en heeft gezegd, dat het eigenlijk niet de ordonnantie is, maar het Koninklijk Bestuit dat de dienstplicht oplegt, en dat wel de Gouverneur- Generaal maar niet de Koningin tot de raadpleging van den Volksraak gehouden is. Dat is een zeer raar ding. Wanneer dat zoo is, dan zou daaruit volgen, dat dus met een Koninklijk Besluit zonder ordonnantie ook voortaan de dienstplicht zou kunnen worden opgelegd. Maar dan is artikel 131 van het Regeeringsreglement verkeerd geredigeerd, want dan zou het mogelijk zijn ook de Inlandsche militie bij Koninklijk Besluit vast te stellen, den Volksraad dus niet te hooren en zoo de heele waarborg van artikel 131 Regeeringsreglement illusoir te maken. Ik geloof, dat wij een dergelijke consequentie niet kunnen aanvaarden, speciaal met het oog op het feit.' 668

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 112