De VoorzitterDe 3 minuten zijn om.
De heer Van Hinloopen Labberton Ik heb nog slechts één
vraag tot Zijne Excellentie den Legercommandant. Ik heb tot
mijn genoegen gezien, dat de gronden, welke oorspronkelijk
genoemd werden, niet meer naar voren geschoven worden,
maar dat andere argumenten zijn gezocht. De Regeering erkent
dus, dat het opbrengen van fondsen op een goedgekeurde be
grooting voor de invoering van een militie niet het recht
meebrengt om een wettelijk voorschrift met de voeten te treden
De LegercommandantNeen, de nieuwe argumenten zijn te
beschouwen als nadere aanvulling.
De heer Van Hinloopen Labberton Dat spijt mij. Ik blijf bij
mijn meening, dat hierin een ernstige staatsrechterlijke fout
schuilt, ook op grond van hetgeen de Directeur van Justitie
zoo terecht heeft opgemerkt naar aanleiding van een amendement
van den heer Stibbe
Zoo dadelijk bij de Marine zal ik hierop terugkomen, want
daar is dezelfde fout begaan.
Ik wil alleen nog zeggen, dat ik naar eer en geweten niet
overtuigd ben, dat de ordonnantie wettig is. tk wil niet mede
werken aan een onwettige handeling. Ik heb ook practische
bezwaren daartegen, en meen dat de regeling, zooals die nu
is, niet deugt.
Wij moeten hebben een Volksleger van Javanen met de intellec-
tueele Inlanders en Europeanen als kader, en de ingevoerde
Europeesche mi'itie diende naar mijn gevoelen den vorm van
een kaderopleiding te hebben. Het is dwaasheid deze menschen
acht maanden lang aan het knoopen poetsen te zetten.
Ik zal tegen dit artikel moeten stemmen.
De heer Radjiman: Mag ik even het woord?
De VoorzitterIk kan aan geen der leden meer het woord
geven; het woord is aan Zijne Excellentie den Legercommandant.
De Commandant van het Leger en Hoofd van het Departe
ment van Oorlog, de heer Van RietschotenMijnheer de
Voorzitter! In de eerste plaats zij het mij vergund op te merken,
dat hoewel ik het persoonlijk niet eens ben met hetgeen door
den heer Labberton te berde is gebracht, het op mijn weg ligt
zijn opmerkingen over te brengen de Regeering.
669