werd geland, onmiddellijk gevolgd door Infanterie, waarop de
eerstgenoemde met uitzondering van het geschut naar boord
terugkeerde. Eerst nadat men een genoegzame macht aan infan
terie had ontscheept, ging men over tot het debarkeeren van de
bij de divisiën behoorende hulpwapens, voorraden en pas veel
later van den algemeenen trein.
Met het gebruik van de marinelandingdivisie kan niet worden
ingestemd: als 1ste echelon had men beter infanterie kunnen
bestemmen, versterkt met landingsgeschut en een seinbrigade
van de marine tot het verkrijgen van verband met de vloot. Wilde
men later bij het oprukken naar het binnenland de basis door de
marinelandingsdivisie doen bezetten of de daartoe bestemde troe
pen met haar versterken, dan kon zij daartoe tijdig aan land
worden gezet. De marine in de gelegengeid stellen ook eens wat
mede te maken en eenige onderscheidingen deelachtig te worden,
zooals bij onze expeditein tegen den 1. V. meermalen is voorgeko
men, kan hier niet als motief gelden, aangezien zij in dezen oorlog
van het begin af een belangrijke gevechtstaak had te vervullen.
De toevoeging van eenige cavalerie aan het eerste echelon
was in verband met den uitstekend ingerichten spionnendienst
niet strikt noodzakelijk, wel ware het gewenscht bij het 2de
echelon dit wapen in te deelen om z. n de spionnenberichten
te controieeren.
Door het bezetten van den Taishan, hetgeen door het 1ste
echelon geschiedde, werd de ontscheping afdoende beveiligd;
toen dit echelon genoegzaam versterkt was, werden terecht de
toegangswegen naar de landingsplaats op grooteren afstand afge
sloten door het vooruitschuiven van afdeelingen naar Watiutien en
Shachiachun, terwijl de Taishan bezet bleef. Op deze wijze werd
het rayon van de landingsplaats verruimd en tevens den hoofd
weg zoowel in noordelijke als in zuidelijke richting afgesloten.
In een later stadium vinden wij de veiligheidsafdeelingen
in het noorden achter de T'êngshahè, in het westen in de lijn
Watiutien Schachiachun en in het zuiden aan de Chimahê,
zoodat aanleuning verkregen was aan twee rivieren, waardoor
de veiligheid zeer werd gebaat; het verdiende evenwel aan
beveling ook den Peishan te bezetten om waarneming door
den vijand te beletten.
575