17 Mei bezette de Kozakkenbrigade Hsiaotzu en helderde
in de richting Takushan en F'ênghuangch'êng op.
20 Mei, 7. 00 v„ viel een verkennende sotnie bij Wangchiachun
in een hinderlaag en leed gevoelige verliezen; de commandant
meldde, dat bij Takushan een landing plaats had.
1 sotnia werd bij Shihyatien door 1 Japansch eskadron met
int. op Hsiaotzu teruggedrongen
21 Mei trok Mischtschenko voor den opmarsch der Japanners
in noordelijke richting terug en zette op het bericht, dat Hsi-
aoyangho door den vijand was bezet, den terugtocht voort tot
voorbij Hsiuyen. Aangezien de tegenpartij niet volgde, rukte
de brigade met 7 sotn. op ter verkenning in de richting Laoling
met achterlating van 2 sotn. noord van Hsiuyen en 2 sotn.
aan den weg naar Hsiaotzu
Tusschen den 24sten en 27sten Mei werden verkennende
sotniën uitgezonden, welke mededeelden, dat van Hsiaoyangho tot
Hsiaotzu voorposten stonden; kleine gevechten hadden plaats,
zonder dat men meerder inzicht kreeg van de Japansche
opstelling. Door de gevangenneming van een Japansch cavalerist
van het 10de reg. cav. (26 Mei) bleek, dat de 10de divisie
bij Takushan was geland; uit berichten van Chineezen kon
men opmaken, dat 18 a 50.000 man waren ontscheept.
23 Mei werd door Mischtschenko gemeld, dat volgens mede-
deelingen van Chineezen bij Takushan binnen 5 dagen een
30tal transportschepen waren ontladen en 50.000 man, hoofd
zakelijk inf., waren geland. Ongeveer 50.000 man waren tot
Changchiachun vooruitgeschoven.
26 Mei trok de brigade, naar aanleiding van geruchten, dat
de Japanners van Shihyatien oprukten en tevens wegens ver-
plegingsbezwaren, terug tot noord van Hsiuyen.
Uit de ingekomen berichten maakte men op, dat bij Takushan
niet meer dan 1 divisie was geland.
27 Mei werd de brigade vanuit Liaoyang versterkt met6,sotn., da
sich herausgestellt hatte, dasz die Starke der Kavallerie Mischt
schenko zur Führung einerenergischen Aufklarungnichtgenügte."
2 Juni rukte Mischtschenko weer ter verkenning op (met
achterlating van 5 sotn. noord van Hsiuyen) en maakte ten
zuiden van Laoling halt.
583
