marine zeer passief was, kon men de schepen in kleine groepen naar een vooraf gekozen verzamelplaats doen vertrekken, waar door de snelheid zeer werd gebaat. Als verzamelplaats koos men weder Chinnampho, welke plaats in dit geval aan alle daaraan te stellen eischen voldeed; zij bood een veilige, beschutte lig plaats aan en lag niet te ver verwijderd van het uitgekozen iandingspunt. Het vervoer van Chinnampho naar Takushan echter, welk traject door den korteren afstand tot Port-Arthur gevaarlijker was, wilde men onder beveiliging doen geschieden, hetgeen, in verband met de indirecte beveiliging door het gros van de vloot en de inacti viteit der Russen, afdoende door 4 kruisers kon plaats hebben. De ontscheping. Dank zij het gunstige weer en de totale afwezigheid van den vijand, verliep, volgens japansche berichten, de ontscheping zeer vlot. Aannemende, dat per schip eenzelfde aantal debarkements- middelen beschikbaar was, als bij de landing nabij Yentowa, dan waren bij de transportschepen en de 4 kruisers120 sloepen en 15 stoomsloepen beschikbaar, m. a. w. konden dus 3600 man in één keer worden ontscheept. Al neemt men ook de on gunstige gesteldheid der kust in aanmerking, dan moet toch worden toegestemd, dat het ontschepen van 6 bataljons of 6000 man en 1 batterij 1 comp. pionniers gedurende één dag niet zoo vlot in zijn werk is gegaan. Opnieuw werd hier op dezelfde wijze als bij Yentowa een lan dingsdivisie gebezigd, waarvoor verwezen moge worden naar de beschouwingen t. a. v. de gebeurtenissen bij die landing geleverd. Dat het eerste echelon onmiddellijk Takushan bezette en de veiligheidstroepen zelfs tot Wangchiachun en Kuianchiachun vooruitschoof, is zeer juist gezien de twee hoofdwegen naar het noorden werden hierdoor volkomen beheerscht-, ook voor de beveiliging in westelijke richting werd zorggedragen door de opstelling van 1 comp. inf. bij Lingchiatotzu. Naar gelang meer troepen werden ontscheept, werd het eerste echelon versterkt en nam men een volledige voorpostenlinie in. Ondertusschen zat de cavalerie niet stil en werden door haar, z.n. gesteund door inf., verkenningen naar het binnenland uitgevoerd. 587

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 31