doode hoeken in overvloed; doch de tijd dringt een keuze moet gedaan worden. Hoe anders is het geval in een têrrein met akkerland en weidevelden, met Europeeschen in plaats van tropischen planten groei. Schuilplaatsen zijn noodig, hoe meer hoe liever; ijzerdraad versperringen moeten worden aangelegd, waarvoor palen noodig zijn. In het gunstigste geval is boschterrein in de buurtr maar hoe tijdroovend is niet het kappen, zagen, pasklaar maken van al het noodige houtwerk. In West-Europa levert het achterland op eerste bestelling binnen 24 uur alle mogelijk bezaagde balken, ribben, planken en rondhout, dat men wenscht. Smalspoormateriëel, prikkeldraad, golfijzer, zoo mogelijk rails voor dekkingen enz. moeten worden aangevoerd over weinige wegen, die grootendeels in den natten moesson modderpoelen zijn en die toch al zwaar belast zijn met verplegings- en mu nitietransporten. Door het gebrek aan bestaande wegen moeten verder, achter de stelling, vele colonnewegen aangelegd en bruggen geslagen worden. In West-Europa vindt men een dicht spoorwegnet en vele goede verharde wegen, bovendien particuliere transportmaat schappijen met alle noodige hulpmiddelen. In het meestentijds zwaar begroeide voorterrein moeten op ruimingen plaats hebben. In weinig bevolkte streken zijn zeker geen-, in andere hoogst twijfelachtig Inlandsche werkkrachten te verkrijgen. Van den toch al korten beschikbaren tijd moet ook hiervoor worden afgenomen en moeilijk is de keuze, wat thans het meest dringende werk is. In Europa is onmiddellijk een leger burgerarbeiders geor ganiseerd, dat ook voor de noodzakelijke werken achter de stelling als wegenonderhoud e. d. wordt gebruikt. Depot's moeten worden aangelegd. In Europa beschikt men daartoe over geheele dorpen met solide steenen huizen, hier in de meeste gevallen niets van dit alles, hoogstens een enkele fabriek of landbouwonderneming. Van daar weer bijbouwing van barakken enz. en door wie Hoewel niet direct tot de inrichting der stelling behoorende, 593^

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 37