En ondertusschen ontvangt de det. ct. een aantal papieren uitbranders, zoo beleefd mogelijk aanvangende met: „Ik heb de eer UWeledelgestrengemaar de rest iaat zich denken. In den regel heeft de luitenant-det. cdt. nog de genie en de artillerie voor zijn rekening, met een gedeelte van de cantine-ad- ministratie Er zijn immers slechts 2 officieren bij het detachement, de commandant erbij inbegrepen. Wel mag de pi mil. cdt. zijn tweeden officier de geheele cantine-administratie opdragen ingevolge A.O. 1881 No. 46 art. 7, doch dan schieten nog veekraal, kippenkraal, varkenskraal, vischvijver, groententuin en de hemel weet wat nog meer over, allemaal werkzaamheden, die een kapitein-det. cdt. nooit behoeft te verrichten. Een ieder, die buiten is geweest, weet, wat er aan het bijhouden van cantineboeken vastzit. En nu nog een onbillijkheid. Door ons chronisch gebrek aan officieren moeten vaak tweede-luitenants, die dikwijls nog geen jaar in den Oost zijn, als comp. cdt. optreden en dragen alle geldelijke en administratieve verantwoordelijkheid, aan deze functie verbonden. Gelukkig knijpen vele korpscomman danten een oogje dicht, doch er zijn er ook, die eischen, dat zoo'n compagnie marscheert, alsof een geroutineerd kapitein het commando voert. En dat met onze allesbehalve eenvoudige compagniesadministra tie, terwijl het bovendien heusch geen zeldzaamheid is, dat alweer een fourier of sergeant den dienst van sergt.-maj- adm. verricht. De tweede-luitenant-comp. cdt. mag dankbaar zijn, wanneer hij dan een onderluitenant van den ouden stempel onderzijn bevelen heeft, doch ook deze laatsten worden zeldzaam. Door het huidige systeem krijgen we onderluitenants, die absoluut niet administra tief onderlegd zijn. Het is hun schuld niet, maar 't is zoo. Toch is het alles behalve aangenaam zich geheel afhanke lijk te moeten gevoelen van een onderluitenant Meermalen is het voorgekomen, dat een tweede-luitenant van zijn karig tractement tekorten mocht bijpassen, want een kapitein, die een compagnie van zoo'n jeugdigen onervaren commandant overneemt, gaat in den regel nauwkeurig na, of alles klopt, om niet zelf te moeten bijpassen, 't Is zuur geld, wanneer 't dienen moet om gaatjes te vullen, die ontstaan zijn door gebrek aan ervaring en voor dit laatste kan men een tweede-luitenant toch waarachtig niet verantwoordelijk stel len lk heb een zeer jeudig officier gekend, commandant van een compagnie, die op een geweldige manier geplukt werd, om andere eenheden aan te vullen, die halsoverkop naar Djambi moesten. Hij stond eenvoudig machteloos en hopeloos tegenover dien rompslomp en heeft bij moeten passen. 608

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 52