is de ordonnantie beslist onwettig. Ik mag niet medewerken
om dezen toestand te bestendigen. Wij hebben den eed op
het Regeeringsreglement afgelegd, en wij zijn verplicht te wa
ken, dat de hoogheid der Wet niet wordt aangerand. Op de
verdediging en de weerbaarmaking van Indië kan geen zegen
rusten, zoo zij op een onwettigen basis wordt opgebouwd De
Volksraad is gepasseerd, dat is van bijkomstig belang. Het
komt er op aan, dat wij niet op deze vergissing moeten door
gaan, doch dat deze geredresseerd moet worden, door met
uitstel van de inwerkingtreding der ordonnantie alsnog den
Volksraad er in te kennen.
Op een tweede vraag in het voorloopig verslag is geheel
niet geantwoord. Gevraagd werd, wat gedaan zou worden in
geval van dienstweigering
Hierop meende de Regeering niet te moeten ingaan, omdat
zij met haar beroep op het toestaan van gelden, de wettigheid
der uitvoeringsordonnantie meende te hebben vastgesteld. Maar
dat standpunt is absoluut, en ik zou nogmaals willen vragen,
wat men zou willen doen ingeval van dienstweigering.
Een strafvervolging zou beslist niet kunnen volgen, want de
rechter is dan verplicht tot toetsing, en daar het formulier
van afkondiging alleen bevat: „De Raad van Nederlandsch-
Indië gehoord", en niet wat er behoort te staan, is de ordon
nantie ingevolge artikel 31 Regeeringsreglement ongeldig.
Niemand behoeft zich derhalve aan deze dienstplichtordon
nantie te onderwerpen.
Het is er mee als met een belastingverordening.
Wanneer bij de afkondiging van een belastingverordening
de sacrementeele formule ontbreekt, behoeft ook niemand die
belasting te betalen, want hij zou niet vervolgbaar zijn, even
min als iemand van wien op grond van een formeel-onwet
tige ordonnantie dienstplicht gevorderd wordt. Wanneer de
goede formule gebezigd ware, zou de rechter niets hebben
kunnen doen, want men neemt aan, dat deze niet heeft te on
derzoeken, of de Raad van Indië of de Volksraad werkelijk
geraadpleegd zijn Maar de leemte in het uitdrukkelijk voor
geschreven afkondigingsformulier is thans voor den rechter
voldoende
Ik zie mij verplicht om mijne bezwaren tegen deze regeling,
waar ook overigens overwegende fouten aankleven, zooals door
elk ernstig militair erkend wordt, onverminderd te handhaven.
De heer Van der Jagt: Mijnheer de Voorzitter! De af-
deeling Oorlog en met haar die van Marine nemen op één na
de laatste plaats in de rij der afdeelingen onzer begrooting.
620