dadelijk is ingelijfd en in de eerste linie gebracht. Het gemis van iederen Europeaan, die aan zijn werkkring wordt onttrok ken, zal zich doen voelen Meer dan in Europa is hij hier leider in zijne omgeving. Wat mij ook is opgevallen, is dat de militie zoo onverwachts is gekomen Toch hebben de Europeanen zich zonder morren daarin geschikt, omdat zij blijkbaar instinctmatig voelden, dat het noodig was. Alleen kan ik den indruk niet van mij af zetten, dat men bezig is het eene gat met het andere te stoppen Dat men gezocht heeft het groote tekort in het contingent Europeesche soldaten van ons staande leger door de militie aan te vullen, een tekort dat blijkens de Memorie van Toelichting op het ontwerp begroo ting 51°/o bedraagt en dus inderdaad groot is. Ik betreur dit tekort echter geenszins, voor mijn part wordt het 100°/o- Mijn oordeel is, dat het beroepsleger in lndië heeft afgedaan, het heeft zijn tijd gehad De werving is gedurende den oorlog vastgeloopen en ik vermoed dat ze ook in vredes tijd niet meer op dreef komen zal. lndië is thans gepacificeerd en de beste burgers van het land zullen de taak overnemen, de verdediging van de landsgrenzen, die men niet aan gekochte soldeniers opdragen mag. De hedendaagsche werkkring van den beroepssoldaat voldoet ook dezen niet langer. Er is voor „Jan Fuselier" geen werk meer aan den winkel. Dat hij zich tegenwoordig moeilijk kan schikken in zijn lot, blijkt uit de heerschende ontevredenheid, die onder invloed van opgedoken politieke wandelleeraars nog grooter wordt. Er zijn geene ex pedities meer, die afwisseling brengen. Jarenlang. 6, 12, 18 jaren dagelijks niets dan garnizoensdiensten te doen, te wor den gedrild en te exerceeren, bevredigt niet. Er zijn juist in de laatste weken vereenigingen opgericht, die trachten hieraan tegemoet te komen, den soldaat te helpen en zijne energie in andere banen te leiden. Dit streven heeft ook mijne sympathie, maar afdoende zal die steun nimmer zijn. Ik herhaal, dat het beroepsleger m. i. heeft afgedaan. Ons beroepsleger zal met eere kunnen gaan. Menige blad zijde in onze koloniale geschiedenis is door dat leger met roem en zijn beste bloed beschreven. Zijn tot flarden gescho ten vaandels en de litteekens zijner invalieden dwongen en dwingen den eerbied der natie af Rondom door den geheelen archipel liggen zijne gesneuvelden, onder de palmen, boven zoo menigen grafheuvel zweeft de herinnering aan verrichte grootsche daden aan heldenmoed en trouwe plichtsbetrachting tot den dood. Het beroepsleger kan gaan met vliegende vaandels en slaande trom. 622

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 66