Het zal weten te gaan, zooals het eenmaal gekomen is. Heb ik de nota van Antwoord goed verstaan, dan houdt het Legerbestuur ook reeds rekening met deze mogelijkheid. Is het zoo ver, dan zullen wij te beschikken hebben over een Europeesche militie van 5 tot 6000 man en daarnaast over 100.000 Inlanders, d. i. het aantal, dat voorshands aan Inlandsche militie wordt noodig geoordeeld voor veldleger en bezetting van steunpunten te zamen. Een verhouding dus van 5 tot 100. En nu meen ik, dat deze verhouding een wanverhouding is. Ik geloof niet, dat wij aldus een leger krijgen, dat voldoende sterk is van samenstelling om een buitenlandschen vijand te weerstaan. De ervaring heeft geleerd, dat de verhouding moet zijn van 13. Zoover zou ik echter in dit geval niet willen gaan, maar toch acht ik het noodig, dat aanwezig zijn 20 tot 30.000 Europeanen. Niet omdat ik de martiale eigenschapen van de Inlanders in twijfel trek, ook niet, omdat ik twijfel aan hun trouw en ver knochtheid aan het Nederlandsche vaandel. Een bewijs van die verknochtheid is geleverd door hetgeen is voorgevallen te Singapore, niet lang geleden, toen één van onze schepen, de Rochussen, op vaderlijke wijze door een met ons bevriende mogendheid in bewaring werd genomen. Toen de Nederlandsche vlag aan boord van de Rochussen door den eersten officier werd neergehaald, was de Inlandsche bemanning aan wal. Ze stond op de kade opgesteld en op datzelfde moment hurkte de bemanning als een man neer en bracht een sembah aan de dalende Nederlandsche vlag. Mijnheer de Voorzitter! Dat was een grootsch oogenblik in de historie van Nederlandsch-Indië, een moment waarop Neder land trotsch kan zijn, en ik voor mij zie daarin een bewijs tegen de bewering, die hier in den Volksraad is geuit door Inlandsche leden, dat de bevolking het vertrouwen in de Re geering en het Bestuur zou hebben verloren. Waar ik wel aan twijfel, is de kennis en de wetenschap en vooral aan de technische kennis van den Inlandschen soldaat. Die kan slechts worden aangebracht door jonge, frissche Europeesche krachten, door Nederlandsche miliciens, waarvan Nederland er nu ruim 600.000 op de been heeft weten te brengen en die ook het Nederlandsche grondgebied hier in mdië zullen helpen verdedigen. Wanneer men nu en dan een tipje van den sluier heeft zien optillen van het oorlogstooneel in Europa, heeft men kunnen waarnemen, hoezeer het ons aan wetenschap en techniek ontbreekt. 623

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 67