Ik heb de proclamatie op mijne wijze vertaald en zal hier
alleen de aanhef geven:
Spanjaarden!
Tusschen Spanje en de Vereenigde Staten van Amerika
zijn vijandelijkheden uitgebroken.
Het oogenblik is daar der wereld te bewijzen, dat wij
de kracht en den wil in ons hebben te overwinnen.
Te overwinnen hen, die voorgevende onze vrienden te zijn,
onze gastvrijheid misbruikten en daarbij middelen aanwend
den, die onder beschaafde naties onwaardig en verachtelijk zijn.
Het Noord-Amerikaansche volk, een volk van avonturiers
en sociaal uitgeworpenen, heeft ons geduld uitgeput.
Het heeft den oorlog uitgelokt onder perfiede voorwend
sels, vertrappende de rechten en de wetten der volkeren.
De strijd zal kort maar beslissend zijn.
De God der overwinningen zal met ons zijn.
Aan ons de schitterende zege, de zege die toekomt aan
het recht en de rechtvaardigheid onzer goede en heilige zaak.
Spanje, dat bouwen en rekenen mag op de sympathiën
van alle naties, zal ook deze beproeving te boven komen.
Mijnheer de Voorzitter: Maar de God der overwinningen
was niet met Spanje, Spanje had verleerd op zichzelf te
bouwen, het kwam deze beproeving niet te boven.
Den 27sten April verliet de Amerikaansche oorlogsvloot de
Mirs-baai tegenover het eiland Hongkong en 1 Mei liep dat
smaldeel de baai van Manila binnen onopgemerkt met de lich
ten gedoofd. Het was nog vroeg in den ochtend, nog nachtelijk
donker en ook de haven en kust lagen in duisternis.
De Admiraalsvlag van Commodore Dewey wapperde van
de Olympia.
In de baai lag de Spaansche zeemacht bestaande uit zes
kruisers later bijgestaan door 5 kanonneerbooten, waarvan de
grootste 3500 ton mat en die ook wat de bewapening aanging
in gevechtswaarde tot de Amerikaansche vloot ongeveer in
dezelfde verhouding stonden als nu onze pantserschepen, tot
de oorlogsvloten van de ons omringende landen.
Toen de ochtend aanbrak, werd het vijandelijk eskader ont
dekt en de Spanjaarden hieven een luid gejuich aan van: Leve
de Koning, leve de Koningin, leve SpanjeOnmiddellijk daarop
bonden zij dapper den strijd aan. Doch reeds om 7.30 was
het admiraalsschip onder admiraal Montojo in vlammen gescho
ten en de commandant doodelijk gewond.
Ook de andere schepen hadden reeds zwaar geleden. Op
de dekken lagen veel dooden en gewonden en stroomde het
bloed.
626