behandeling, pensioenen etc. etc. tusschen den Europeeschen soldaat en den Inlandschen. Met Indische bedoel ik hier alle niet-Europeesche militairen, w. o- dus ook de Minahassische (Menadoneesche) soldaat of militair. Als Voorzitter van den Raad van Toezicht en later als President van het Hoofdbestuur van den grooten Volksbond de „Perserikatan Minahasa", waar van ook zeer vele Minahassische of Menadoneesche militairen lid zijn, heb ik, op Java gekomen, onderzoekingen gedaan naar de waarheid dezer klachten. Mondeling zoowel als schriftelijk, hebben de belanghebben den mij de overtuiging doen krijgen, dat die klachten gegrond zijn en uitingen, van reeds sedert lange jaren bedwongen ontevredenheid onder alle niet-Europeesche militairen in het Nederlandsch-Oost-indische leger beneden den rang van officier. Mijnheer de Voorzitter! Opdat ook de Regeering weet, wat in den boezem van den niet-Europeeschen militair van hpt leger omgaat, wil ik hier eenige passages uit de mij toegezon den klachten voorlezen Laat ik hier uwe aandacht er op ves tigen, dat hoewel de brieven, waarvan ik de passages nu ga voorlezen, door Minahassische of Menadoneesche soldaten en hunne vrouwen geschreven zijn, de schrijvers steeds hebben- bedoeld niet alleen de Menadoneesche soldaat in het bijzonder, maar alle militairen van niet-Europeeschen landaard dus ook Javanen, Amboineezen, Timoreezen enz. Hier volgen eenjge passages uit de brieven: „Ik heb de overtuiging, dat ons Minahasavolk steeds trouw aan onze Koningin en de Nederlandsche vlag zal blijven. Dui zenden Minahassers hebben hun vaderland verlaten, w.o. met vrouwen en kinderen, en welgestelden om militair te worden en hebben zij dikwijls hun leven opgeofferd, alhoewel deze Minahassers niet dezelfde voordeelen mogen erlangen, als de Hollanders en West-Indiërs in hetNederlandsch-Oost-Indische leger. Hoe kolossaal groot toch is het verschil tusschen de tractementen en pensioenen van Menadoneesche en andere iniandsche militairen met die van de Europeesche vergeleken, terwijl hunne diensten even zwaar zijn. Wat is toch de reden, dat wij Iniandsche militairen na 25 jarigen dienst zoo weinig pensioen krijgen, terwijl de Europeesche na 15 jarigen dienst veel meer krijgen? Nu wij het groote verschil zien en voelen, verzoeken wij. dat het Gouvernement als een goed vader de rechtvaardigheid ten onzen opzichte betrachte en ons dezelfde betaling en behandeling geeft, vooral ten opzichte der getrouw den onder ons en onze vrouwen. in ons vaderland de Minahasa toch krijgen degenen, die 641

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 85