overtuigd te hebben, dat zoowel in het belang van den niet- Europeeschen militair beneden den rang van officier als in het belang van Nederlandsch supprematie over deze gewesten, al het noodige gedaan moet worden om te geraken tot een unifi catie van soldij, voeding, huisvesting, geneeskundige behandeling en verzorging voor de verschillende rangen van alle militairen van het Nederlandsch Oost-Indische Leger, beneden den rang van officier, zonder onderscheid wegens hun landaard, en niet het minst: de belangen van de soldatenvrouwen niet langer verwaarloosd worden. Om mij kort en zakelijk uit te drukken, wil ik hier aanhalen, wat een hoofdofficier van het Nederlandsch Oost-Indische Leger, dus een deskundige op gebied van militaire zaken in Indië, kort en duidelijk geformuleerd heeft: ,.Een spoedige en nauw gezette doorvoering der voorgestelde verbeteringen zal het gevoel van groote achteruitstelling onder niet-Europeesche mili tairen doen verdwijnen, welk gevoel met andere oorzaken een verlammenden invloed heeft op hun praestatie als militair. De bruikbaarheid van het leger zal er ten zeerste door gebaat worden". De heer RadjimanIn verband met de uiteenzetting van ons geacht medelid den heer Pabst, wil ik er op wijzen, dat bij de Marine een soldij naar gelang van het ras niet bestaat, althans in de nota van Antwoord van het Departement van Marine lezen wij dit. Wij wachten dus af, op welk standpunt de Regeering zich stelt. De Voorzitter: Er is ten aanzien van de IXe begrootingsaf- deeling een amendement ingediend beoogende aan dit hoofdstuk een onderafdeeling 397a toe te voegen. Tegemoetkoming in de kosten van administratie en oefening van het Vrijwilligers- Korps van Sumatra's Oostkust te Medan, op den grondslag van 2.50 per lid per maand 30.000.Dit amendement is ingediend door de heeren Ketner, Pabst, Bosscha en Rivai en is te vinden in gedrukt stuk No. 60'. De heer Ketner: Ik meen te kunnen verwijzen naar de vrij uitgebreide toelichting op dit amendement. Alleen zou ik tot den gemachtigde der Regeering het verzoek willen richten om dit amendement over te nemen. De Commandant van het Leger en Hoofd van het Departement van Oorlog, de heer Van Rietschoten: Eenige dagen gele den, in den loop dezer week, is een dergelijk voorstel bij het 646

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 90