Departement van Oorlog in behandeling gekomen en dit zal eerlang bij de Regeering worden voorgebracht. Ik heb per soonlijk absoluut geen bezwaar om het voorstel te steunen. Meer kan ik er niet van zeggen. De heer Abdoel MoeisMag ik den heer Ketner een vraag stellen fk zou hem willen vragen, of het hem bekend is, dat in het reglement op de Vrijwilligerskorpsen duidelijk staat gestipuleerd, dat niet meer dan 25 °/0 Inlanders aangenomen kunnen worden. De heer Ketner: Wanneer de Regeering steun verleent, kan deze bepaling gewijzigd worden. De Voorzitter: Ik zou tot den Legercommandant en den Commandant der Zeemacht de vraag willen richten om in de vergadering van morgenochten te 8 ure de verschillende sprekers van heden te beantwoorden. De beide militaire afdeelingen kunnen dan tegelijkertijd wor den afgedaan. De heer SchumannMijnheer de Voorzitter, wanneer ik het woord heb gevraagd bij deze afdeeling, is het niet om mij te bewegen op een terrein van geheel militairen aard, waarop ik volkomen onbekend ben, maar, wat ik wensch te behandelen, is een punt, ter sprake gebracht in de afdeelingen, een punt van Staatsrechtelijken aard, een punt derhalve, dat meer in de lijn van mijne studie ligt. Het punt, dat door den heer Labberton daar is opgeworpen en ook door hem in de pers is besproken, is. waar de heer Labberton aan twijfelt, de wettigheid van Staatsblad 1918 No. 139. De z tak kan kortelijk samengevat worden in deze twee vragen. De eerste vraag is: Moest de Volksraad worden gehoord over de in dat Staatsblad voorkomende verordening, m.a.w valt deze onder de categorie bedoeld in artikel 131, lid 3 sub d van het Regeeringsreglement? De ontwerpen van algemeene verordeningen, welke aan de ingezetenen persoonlijke militaire fasten opleggen? En de tweede vraag, die daarmede direct verband houdt: Was er op het oogenblik van de vaststelling dier ordonnantie al een Volksraad? Ik zal mij in de eerste plaats bezig houden met de tweede kwestie. Was er in Maart van dit jaar al een Volksraad? Artikel 131 van het Regeeringsreglement zegt: Er is een. Volksraad. Dit is echter een beetje voorbarig uitgedrukt, Men had er meer Bijbelsch van kunnen zeggen Er zij een Volksraad. 647

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 91