regeling. Volgens de oude regeling had de Gouverneur-Generaal alleen overeenstemming met den Raad van Indië noodig, volgens de nieuwe regeling moest bovendien de Volksraad worden gehoord. Aangezien de Volksraad er nog niet was, was er derhalve geen sprake van, dat de Volksraad zou moeten worden gehoord. Dat de Volksraad in aantocht was, dat zal niemand tegenspreken, maar, dat doet niets af aan de wettigheid. Op de eerste vraag dus: Was er een Volksraad om daaraan die verordening voor te leggen? is mijn antwoord „Neen". Nu komt de eerste vraag. Ik had mij er met de beantwoording van de eerste vraag van deze geheele quaestie af kunnen maken, maar ik achtte het beter haar a fond ie behandelen. Mijnheer de Voorzitter! De in Staatsblad 1918 No. 139 vervatte regeling is vastgesteld ter uitvoering van het Koninklijk Besluit van 26 October 1917, Staatsblad 1918 No. 70. Nu artikel 131 van het Regeeringsreglement aan den Gouverneur- Generaal de plicht oplegt, den Volksraad ten aanzien van zekere ontwerpen te hooren, kan daar derhalve alleen sprake zijn van ontwerpen, die bij ordonnantie moeten worden vastge steld niet van wetten of Koninklijke Besluiten. Een Koninklijk besluit, dat een onderwerp regelt in artikel 131 vermeld, be hoeft dus niet aan den Volksraad ter adviseering worden aangeboden. Maar dan de ordonnantie van Stbl. 1918 No. 139? Valt deze dan niet onder de in letter d bedoelde ontwerpen van algemeene verordeningen, welke aan de ingezetenen per soonlijke militaire lasten opleggen Ook dat niet, want de militaire lasten worden opgelegd door het Dienstplichtbesluit, waarin staat, wie dienstplichtig zijn, artikel 3, wanneer de dienstplicht aanvangt en eindigt, artikel 4, de vrijstellingen artikel 13, de uitsluiting art. 15 enz. En de ordonnantie zoowel blijkens de considerans, als blijkens de inhoud, doet niet anders dan voorschriften geven tot uitvoering van het Dienstplicht besluit. Het Koninklijk Besluit legt de last op en de uitvoering wordt opgedragen aan den Gouverneur-Generaal. De last aan de ingezetenen opgelegd berust dus op het Koninklijk Besluit en niet op de ordonnantie. Derhalve, Mijnheer de Voorzitter! Al ware er een Volksraad geweest, dan zou het bepaalde bij Koninklijk Besluit toch verbindend zijn, zonder dat de Volksraad was gehoord, omdat de Volksraad niet gehoord behoeft te worden inzake bepalingen, die vastgesteld worden bij Koninklijk Besluit. Evenzeer is de ordonnantie van Staatblad 1918 No. 139 geldig, omdat zij niet valt onder de in artikel 131, letter d bedoelde verordeningen, die persoonlijke militaire lasten opleggen. De vraag of het niet wen- schelijk ware geweest den Volksraad daarover te hooren, blijve bij het onderzoek naar de wettigheid hier onaangeroerd. 649

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 93