traliteitsschendingen bijna onvermijdelijk zijn, terwijl de groote strategische waarde van de in ons gebied liggende toegangen tot den Stillen Oceaan ons in een oorlog tusschen Japan en een of meer Westersche mogendheden, noodzakelijkerwijs met een der partijen in oorlog moet brengen. Dit laatste gevaar bestaat ook bij een conflict tusschen Australië en Japan, omdat dan Engeland het Commonwealth zal moeten steunen. Neutraliteitsverklaringen en protesten zullen dan niet veel helpen, tenzij daaraan zoodanige kracht bijgezet worden kan, dat men ons liever niet tot vijand maakt. Maar niet alleen na het uitbreken van een der bovenbedoelde conflicten loopen wij gevaar. Ook nu reeds wordt van verschillen de kanten gewezen op de weerloosheid onzer koloniën. Takekoshi noemt den tegenwoordigen Status van onzen Oost zoo zwak en onzeker, dat deze een gevaar voor den vrede wordt, en meent dan verder, dat, wanneer Japan eenmaal over Straat Soenda heerscht, het van een verdere uitbreiding van zijne zeemacht kan afzien. Stellen we daar tegenover de bovenaangehaalde woorden van Mr. Hughes met betrekking tot de veiligheid van Australië, dan zien we daaruit, dat van twee kanten gevaar dreigt. Dat in de verschillende gevallen alleen eene weermacht, die door onze eventueele belagers voldoende wordt geacht om hunne respectievelijke belangen alhier te verdedigen, ons voor eventueele moeilijkheden zal kunnen bewaren, behoeft zeker geen nader betoog. Gaven wij in het voorgaande aan, dat een optreden van Westersche mogendheden tegen Japan, in welk geval de quaestie van de toegangen tot den Stillen Oceaan het meest op den voorgrond treedt, met zooveel bezwaren zoude gepaard gaan, dat dit nu maar niet zoo dadelijk is te verwachten, dan mogen we toch voor die mogelijkheid geenszins de oogen sluiten. Japan 's optreden in het Oosten zou wel eens zoodanig kunnen worden, dat een verzet daartegen noodzakelijk wordt. Staat in dat geval Amerika aan de zijde der Westersche mogendheden, dan verandert de toestand grootendeels, daar hun dan de doorgang door het Panama-kanaal ten dienste staat. Evenwel blijven de Straten Soenda en Singapore dan 700

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 32