over Mantsjoerijë, Korea, Formosa en het eigen land, het alleen om expansieredenen niet spoedig zal overgaan tot eene ver overingsexpeditie, waarbij het niet alleen onze weermacht maar ook de geheele inheemsche bevolking, ja wellicht nog andere mogendheden, tegenover zich zou vinden. De moeilijk heden, gedurende de voor de onderwerping van Formosa gestelde vijfjarige periode ondervonden, zullen, aangezien daarmede ook groote financiëele uitgaven gepaard gingen, nog wel eens tot nadenken stemmen. In het I. M T., December 1914, blz. 1137, vinden wij in het gesprek tusschen den heer M en een Japanner met be trekking tot de expansie ongeveer dezelfde denkbeelden weer gegeven. Vreedzame expansie is niet te beletten en daartegen bestaat in onze koloniën ook geen bezwaar, tenzij op zoo gro >te schaal, dat de belangen der inheemsche bevolking daardoor in het gedrang zouden komen. Voor alle volken geldende immigrate-wetten moeten er voor zorgen, dat een dergelijk gevaar reeds vóór de geboorte bezworen is Eene krachtige, zelfbewuste politiek, die een ieder de noodige houvast geeft, is daarvoor in de eerste plaats noodig. Zoowel vóór als tijdens den oorlog deden geruchten om trent een Duitsch-Japansch verbond de rondede schrijver Kayahira in de „Eastern Review" van 1912 noemt dit de oplossing, waarnaar gestreefd moet worden, terwijl Dr. H. Smidt in eene brochure „Japan im Weltkriege und das China-Problem" (1915) eveneens op een dergelijke mogelijkheid wijst. Lezen wij de redevoering van den Japanschen ambassadeur in Engeland Burggraaf Chinda naar aanleiding van de laatste Amerikaansch-Japansche overeenkomst, dan zou gezegd moeten wordendaarop bestaat hoegenaamd geen kans. Maar al be schouwt Japan Duitschland thans als den vijand, het kan gemakkelijk verkeeren, vooral als men bedenkt, dat het voor Japan met Duitschland zooveel gemakkelijker zal vallen den gehaten concurrent Engeland te verdrijven. Dat een verbond tusschen de militair krachtigste Westersche en Oostersche mogendheden den toestand in den Stillen Oce aan ingrijpend kan veranderen, behoeft geen nadere uiteenzet- 702

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 34