Thans wordt gezegd, dat een stormaanval alleen kans van
slagen heeft op 100 a 50 M. (T.T. wenken, van Munnekrede
in de „Mil, Spectator").
Waarneming uit de lucht maakt ook het kappen van strooken
voor artillerievuur niet meer zoo noodig
Waar het brengen van materialen achter de linie in de prac-
tijk niet mogelijk zal blijken, worden de volgende maatregelen
aanbevolen.
1. Opvullen van ravijnen; een meter dikke laag van gekapt
struikgewas en takken maakt ze onbegaanbaar.
2. Verbranden; dit is in lndië bijna altijd mogelijk (in Europa
niet).
3. Neerleggen in strooken loodrecht op de h.w.l.; bemoeilijkt
het onderling verband van den aanvaller.
4. Versprerren van toegangswegen e.d. van den vijand er
mede.
5. Gebruiken voor aanleg van schijndekkingen.
6. Alleen weghalen, wat men zelf kan gebruiken.
7. Voorwerpen laten staan, die, gekapt en niet weggevoerd,
meer dekking geven dan in den oorspronkelijken toestand.
Er is mede rekening te houden, dat vele begroeiingen in
Indische terreinen tevens zware terreinhindernissen zijn o 'a
vele doornige struikgewassen dergelijke perceelen zijn zooveel
mogelijk te behouden, desnoods met gedeeltelijk bijkappen
van voren en van achter, (zie fig 7).
Behalve opruimingen ten behoeve van eigen waarneming,
is ook noodig het opruimen van voorwerpen, die 's vijand^s
waarneming bevorderen hooge boomen, fabrieksschoorsteenen.
Sparen van maskers gaat gepaard met het doen van opruimingen
maskers dienen om de eigen opstelling c. a. te verbergen!
Het sparen van natuurlijke maskers is een zeer moeilijk werk
zij zijn op de kaart maar aan te geven door een klein gear!
ceerd strookje Daarom moet hij, die met dit onderdeel belast
is, volkomen op de hoogte zijn van de eigen opstelling en
den tactischen toestand. B. v. een goed masker tegen frontaal
vuur kan zeer hinderlijk zijn voor flankement (fig. 8); boom
kruinen kunnen hinderlijk zijn voor hooge opstellingen, terwijl
de boomen toch een nuttig masker vormen voor lager gelegene.
705
1. M. T. 44 1918.
