Wat van uit de lucht gezien wordt, is hoofdzakelijk de
schaduwwerkinghiertegen helpt het beplanten van scherpe
ribben als de achtervlakken van schuilplaatsen e. d. Verder
zooveel mogelijk onregelmatige vormen toepassen.
II. Kunstmatige gevechtsdekkingen voor infanterie.
Ook bij aanwezigheid van natuurlijke dekkingen moeten deze
toch, indien tijd beschikbaar, verbeterd worden. Gewenscht is
dekking voor staande manschappen, noodgedwongen stelt men
zich met minder tevreden.
Bij voldoenden tijd de loopgraven zoo diep mogelijk te
maken; weinig relief.
Voordeelen: 1- weinig zichtbaar, 2. betere dekking van on-
geroerden dan van opgeworpen grond, 3. ook zonder bekleeding
zijn steile taluds mogelijk, 4. het ontstaan van een rugweer,
d- i. meer dekking tegen worpvuur (hieraan is een nadeel ver
bonden: de loopgraaf wordt n. 1. ook bruikbaar voor den vijand,
n. 1. met omgekeerd front).
Met de hoogte van de vuurlijn echter rekening te houden
met voldoende uitzicht.
Op het westfront is de vuurlijn gewoonlijk 30 cM. boven
den grond, borstweringen en hoofddekkingen worden gemaakt
van zandzakkenhet maaiveld is het armsteunvlak.
Technisch het vlugst te maken is een loopgraaf, gedeeltelijk
in ophooging, gedeeltelijk in ingraving, zoodat inhoud der
ingraving gelijk is inhoud der ophooging (fig- 10)bij wei
nig tijd verdient dit dus de voorkeur. Bij latere uitbreiding
door dieper graven wordt de grond gebruikt om de borstwe
ring zwaarder en het buitentalud flauwer te maken, verder
wordt de grond achterwaarts verspreid, c.q. een rugweer
aangelegd.
Alleen noodgedwongen gaat men met de vuurlijn hooger
dan het uitzicht eischt, in hoofdzaak: gedwongen door het
grondwaterpeilrekening is te houden met eventueel latere
verhooging van dit peil door te stellen inundatie e. d. (in de
N. H. W. L. werd dit wel eens vergeten). Men blijft liefst minstens
30 cM. boven het grondwater, ook geen nutteloos kleine ont
gravingen maken, b.v. indien waterpeil minder is dan 0,50 M.
707