bootwerkers, boerenarbeiders, unskilled labourers, en de wijze, waarop in het leger tegen drankmisbruik wordt opgetreden, waarbij elk dronken militair bijna wiskundig zeker gestraft wordt, vallen deze getallen nogal mede. Omtrent het drank gebruik geeft het K. V. geen cijfers, hoewel de gegevens daarvoor in de jaarverslagen der militaire sociëteiten wel aan wezig zijn. Aan de jaarverslagen der Militaire Sociëteit te Meester Cornelis zijn de volgende gegevens betreffende het jenevergebruik ont leend hierbij is aangenomen, dat uitsluitend jenever gedronken wordt door Eur. militairen; geflatteerd zijn de cijfers dus niet: Jaar 1914 1915 3916 1917 Aantal Eur. mil. 584 600 525 580 Verbruikte jenever in L. 8689,5 9580,5 6879 6742,5 Gem. verbruik per hoofd in L. 14,63 15,97 13,10 31,63 Ook deze cijfers zijn verre van ontstellend: op verschillende schattorders vindt men 0.05 L. jenever per hoofd en per dag uitgetrokken, wat een jaarcijfer oplevert van 18,25 L., en iemand, die s middags en s avonds geregeld één bittertje voor het eten tot zich neemt, verbruikt jaarlijks 21,9 L. jenever; het jene- ververbruik per Nederlander (grijsaards, vrouwen, kinderen zuigelingen meegeteld) bedraagt 4,5 L. per jaar. Omtrent de geheelonthouding verschaft het K. V. geen gege vens, doch wel omtrent het geregeld bezoek aan militaire-te- huizen: dit bedraagt gemiddeld 6,5% van het aantal Eur. militairen. Waar het militair tehuis te Meester Cornelis slecht bezocht wordt en de geheelonthouders hoofdzakelijk onder de bezoekers daarvan moeten gezocht worden, terwijl bij bovenaangehaalde cijfers het verbruik door niet-Eur. militairen verwaarloosd is, mag aangenomen worden, dat het aantal gebruikers niet noemenswaard verschilt van de gemiddelde sterkte der Europeanen. 721 I. M. T. 45 1918.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 59