Waarom mijden toch al die menschen, die betoogen Jan. Fuselier te willen opheffen, onze cantines? Daar is gelegenheid te over voor lezingen, muziek maken, ed., maar de eerste burger moet zich nog aanmelden voor het houden van eene populaire lezing (niet over politiek) of voor het geven van een muziekavond. Het is waar, men komt een partijtje schaken,, maar daarmee bereikt men het gros onzer fuseliers niet. Een predikant, bestuurslid der Legervereeniging, desgevraagd, achtte het houden van lezingen meer op den weg der officieren te liggen, eene grappige bewering van een man des woords! De legerethici zullen den fuselier in zijne omgeving moeten opzoe ken en die verbeteren instede van hem daaruit te willen halen naar een milieu, waar hij zich niet en nooit zal thuis voelen. Gen. van Heutsz, wien men, al was hij van huis uit officier, wel eenige kijk op den fuselier mag toekennen, gaf reeds een oplossing in die richting; zie circ. dd 25 Mei, 1905, No. l., D.v.Oi (Aanhangsel bundel A.O-, circ No. 23). Als men, instede van zijne krachten te versnipperen, ze allen aanwendt om van. de militaire sociëteit le maken eene inrichting als b.v. Ons Huis te Amsterdam, wat vrij wat minder zal kosten dan de „achtingen" der Legervereeniging en zeker meer doeltreffend zal werken, dan is de ethische zijde van het cantinevraagstuk spoedig opgelost. Nu nog eenige opmerkingen over de practische zijde van het cantinebeheer: Alle consumptie stijgt in prijs, welhaast buiten het bereik van den gemiddelden cantinebezoeker; omgezien moest worden naar nieuwe banen. De cantinebeheerders warern daarbij geheel op zich zelf aangewezen, hoewel het voor de hand lag, dat de intendance in verbinding met het departement van landbouw, nijverheid en handel hier tijdig van voorlichting zou gediend hebben. Zoo zal het bij de meeste beheerders wel niet bekend geweest zijn, dat Zuid-Australië en Zuid-Afrika wijn, cognac, whisky, brandewijn en jenever uitvoeren, dat in Australië ;Sydney) bier gebrouwen wordt van dezelfde hoedanigheden als dat uit Nederland aangevoerd. Daar voor lichting uitbleef, was eene langdurige correspondentie noodig om in betrekking te komen met exporteurs en was men het eindelijk eens over condities en prijzen, dan werd een order 724

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 62