Door de behandeling moet men den man er toe brengen zich te verdedigen (dit is over 't algemeen erg eenvoudig, omdat iedereen het meeste belang stelt in zijn eigen arbeid), om daarna door de vraag „wie is het er mee eens?'' debat uit te lokken. Onder leiding van den officier, die de bijeenkomst voorzit, kan dit debat in goede banen worden geleid terwijl hij als slot zijn opinie ten beste geeft, doch zich vooral ont houdt van: „zooals ik het zeg, zoo is het." Helaas wordt dit autoritaire standpunt in de practijk nog te veel gehuldigd. Men moet wel zeggen: ..ik wil het zoo hebben!" (1), maar bij ge- dachtenwisselingen erkenne men ieders inzichtvooral tegen over gegradueerden is dit van veel waarde. Positieve fouten laten zich door reglementen als regel wel aantoonen en dan stemt de gegradueerde van harte volmondig toe. Elke autoritaire uiting doodt den lust om mee te leven en sust 's mans geest in slaap. Zij kweekt onverschilligheid en leidt tot verstomping en sleur. In den beginne zal men ontwaren, dat de onderneming weinig vlot en het werk stroef verloopt. Men geneert zich voor elkaar en voor den officierLangzamerhand, als de man ingeschoten is, wordt hij vrijmoediger, welke vrijmoedigheid door den officier aangewakkerd, zal leiden tot vertrouwen in eigen kenis. Het gemoed van onze militair is zoo ontvankelijk voor aan moedigingen en goedkeuringen, evenzoo van de kracht der overtuiging, waarmede een officier hem wijst op verkeerd inzicht of dwaling Zij. die overstag gaan, kunnen zeer wel worden geremd door hun een vraag te stellen, waarop zij renonceeren, met de noodig geachte uitbreidingen 's mans overmoed te temperen. Dit is niet zelden noodig Beter zoo, dan dufheid Deze wijze van theoretische vorming moet nauw grijpen in de practische opleiding en ik heb den invloed er van terdege gevoeld bij de practische diensten. De belangstelling was aanmerkelijk hooger. Wat bereikte ik met mijn „probeersel"? 1. De man bleef op de hoogte van zijn voorschriften. 2. De man begreep de samenhang van zijn reglementen. 3. De man bekeek den dienst door een ruimeren bril. 4. 's Mans geest werd en bleef levendig; hij stelde meer be lang in zijn vak, meer dan bij de als regel duffe, mondelinge theoriën. 5. De man was trotsch op zijn kennis en geurde er mee tegenover de andere compagnieën. (1) Als het de uitvoering van een last geldt. 736

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 74