te, waardoor de aldaar koloniseerende mogendheden voor tal van moeilijke én ingewikkelde vraagstukken gesteld zouden worden. De erkenning van Japan als groote Mogendheid bracht voor dat Rijk echter de noodzakelijkheid mede eene land- en een zeemacht te onderhouden in overeenstemming met zijn nieuwen rang. Daar de oorlog schatten had gekost, die niet door de verliezende partij vergoed waren eene desbetreffende eisch van Japan werd dadelijk zeer beslist door Rusland afgewezen bracht dit groote moeilijkheden mede. In dezen toestand kwam geen verandering voor de annexatie van Korea (1910) en het vrijwel heer en meester zijn in Zuid-Mantsjoerije; inte gendeel, de uitgaven vermeerderden daardoor. De annexatie van Korea was mogelijk geworden, doordat het Engelsch- Japansche verdrag van 1902 en 1905 in dier voege veranderd was, dat Engeland thans erkende „dat Japan Souvereine, politieke, militaire en economische „belangen in Korea had". Veel pleizier beleefde Japan, althans in den aanvang, van die annexatie niet. Krachtige militaire maatregelen waren noodig om zich van het land meester te maken, niettegenstaande Japan zeer veel deed ter verbetering van den binnenlandschen toe stand aanleg van spoor- en gewone wegen, verbeteren van havenplaatsen en van economische toestanden. En nog is het, volgens dr. Starr, een Amerikaansch hoogleeraar, die jarenlang Japan bereisde, niet zeker van de Koreaansche bevolking Hij meent, dat de reden daarvan ligt in de groote minachting, waarmede de Japanners de Koreanen behandelen. Door de bezetting van gebied op het vasteland heeft Japan zijne sterke positie als eilandenrijk prijs gegeven- Tot verze kering van zijne positie tegenover China en tegenover de mogendheden, die in China hare belangen hebben, moet het dus naast eene sterke vloot ook een sterk leger hebben. Waar dit, zooals reeds gezegd, financieel moeilijk was. is het duide lijk, dat Japan, dat zelf geen noemenswaardige natuurlijke rijkdommen bezit, het oog laat vallen op het rijke, doch staat kundig vrijwel machtelooze China, in het bijzonder op het rijke Yang-tse-gebied, hetgeen Engeland echter als zijne bijzondere invloedsfeer beschouwt. 675

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 7