(18 bataljons» en 5 a 6 vuurmonden per 1000 geweren nemen de, wenscht schr. per divisie: 3 afd. a 4 batt. a 3 kan. 7 c.M; Vd. en 3 afd. a 3 batt a 4 houw. 10,5 c.M.; dus totaal 72 lichte vuurmondenvoorts 1 Regt. zware art. k 1 afd. a 3 batt. a 4 kan 10 c.M en 2 afd. a 3 batt. a 4 hw. van 15 c.M dus totaal 36 zware vuurmonden. In een naschrift op het artikel geeft Overste Logger te kennen, dat hij het ten aanzien van de houwitsers van 10 c.M. niet zoo heel erg met schr. eens is. Vervolg en slot van kap. Portheine's artikel: „Is het wensche- lijk en mogelijk in de practijk van het schieten bij voorbaat reke ning te houden met invloeden, die de gemiddelde baan doen afwijken van de schootstafelbaan „Over de opleiding van artillerieofficieren", door kap Wester- veld. (vervolg). Schr. wenscht een voorcursus van een jaar, verdeeld als volgt: 1 Oct. tot 1 April volgen van de school voor verlofs officieren v. d. Ber. Art; daarna detacheering bij de korpsen Ber. Art. Na afloop een oordeel omtrent de geschiktheid van den cadet voor de verdere opleiding tot officier, waarbij alle officieren, die in dienstbetrekking tot den cadet hebben gestaan, worden gehoord. Voor degenen, die tot de verdere opleiding worden toegela ten, moet nu volgen een cursus, waarop universitair onderwijs wordt gegeven. Hierdoor wordt wederom selectie verkregen. De opleiding wordt dus veel korter, daar moet tegenover staan ruimere gelegenheid om de H. K. S te bezoeken Na het officiersexamen worden de cadetten weer bij de korpsen gedetacheerd, de geslaagden als kornet, de overigen als wachtmeester. Na beoordeeling door officieren en comdt. van het korps kan in September benoeming tot officier volgen. De wachtmeesters mogen half September weer examen doen en kunnen 4 maanden later tot officier worden benoemd. Slagen zij echter weer niet, dan kunnen zij öf een nieuwe cursus volgen öf van hun verbintenis woden ontheven. Art. Tijdschrift No. 5. Mei. „Mobiele zware artillerie voor Nederland", door Maj. v Dam -v. Isselt. Een pleidooi om bij aanschaffing van moderne mobiele artillerie voorloopig de voorkeur te geven aan houwitsers boven het lang kanon van 10,5 cM. en van de houwitsers de 12 cM. Daarna komt de vraag, hoe de organisatie dezer zware art. moet zijn. Hierbij wordt aangestipt, dat Nederland een vestingstelsel 751

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 89