noodig heeft, maar dat het verkeerd is alle voor de verdediging der stellingen beschikbare troepen blijvend aan de stellingen te verbinden de organisatie moet soepel zijnde weerstand moet geboden kunnen worden, daar waar hij noodig is. Be studeering van onze oude krijgsgeschiedenis en de strategie van onze nationale strategen leert, dat hun legerleiding zich door die soepelheid kenmerkte. „Het effect van den slingeropzet bij het kanon vanlOcM", door Res. Luit. v.d. Werfhorst. In verband met den affuitbouw wordt de slingeropzet bij de kan. van 12 cM. L. St. en Br. niet meer gebruikt. Gelukkige affuitbouw, roept. schr. uit! Vervolgens betoogt hij, dat deze opzet bij het kan. van 10 cM meer kwaad doet dan goed, met de onuitgesproken bedoeling ook dit kanon in het voorrecht van dat van 12 cM te doen deelen „Het schieten der vesting artillerie" (vervolg). „Over de opleiding van artillerieofficieren", door Kap. Wes- terveld. De Batt. comdtn. moeten aansprakelijk worden gesteld voor de bruikbaarheid en verdere ontwikkeling hunner onderge schikte officierenop wetenschappelijk gebied moet zoowel als op practisch gebied meer van de officieren geëischt worden. Officieren van 8 jaar dienst moeten een tactische cursus volgen; alleen zij, die op dezen cursus goed voldaan hebben, mogen examen doen voor de H. K. S. Wederom selectie! Schr. verwacht van een opleiding als door hem aangegeven een goed en practisch officierskorps, als de positie tegelijkertijd zoodanig wordt verbeterd, dat de lust om officier te worden aangroeit en eigen belang een woordje meespreekt in den ontwikkelingsgang van de laagste tot de hoogste rangen. Schr. besluit zijn opstel met een beschouwing over de op leiding der reserve-officieren. 752

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 90