De Legercommandant in den Volksraad In de eerste zitting van den Volksraad heeft Generaal van Rietschoten verklaard, dat hij het als een voorrecht beschouwde de eerste Legercommandant te zijn, die geroepen werd de begrooting van oorlog in de vergaderzaal van den Volksraad toe te lichten. Daar ieder directeur van algemeen bestuur zijn rede met overeenkomstige woorden zou hebben kunnen inleiden, moet aan dit gezegde van den Generaal we! een ruimere beteekenis worden toegekend, dan in de woorden alleen ligt opgesloten, omdat die anders vrijwel de waarde van een ge meenplaats zouden hebben. Wij kunnen den ruimeren zin, dien de Generaal in zijn woorden heeft willen leggen, slechts gissen en dan zou die naar onze meening het best kunnen worden weergegeven door aan te nemen, dat in stilte aan die woorden werd toegevoegd„en naar ik vertrouw tevens de laatsteDit toen reeds luide te verkondigen zou waarschijnlijk een voor- uitloopen zijn op nog te nemen beslissingen. Het staat bij mij vast, dat de Regeering en Generaal van Rietschoten evenals zoovele officieren reeds bij de première zullen hebben gevoeld, dat het plaatsen van den Legercommandant op het spreekge stoelte van den verantwoordelijken minister van oorlog een noodmaatregel is, die hoe eer hoe beter voor een nieuwe regeling zal moeten plaats maken, omdat de Legercommandant niet in den Volksraad behoort te verschijnen. Officieren zijn van het lidmaatschap van den Volksraad niet uitgesloten. Aan officieren - volksraadleden wordt verlof naar (1) Veel van hetgeen hier over de verhouding tusschen Departements chefs en Volksraad wordt betoogd, is min of meer vooruitloopen op een toestand, die zich mettertijd geleidelijk uit den tegenwoordig bestaanden ontwikkelen zal. 715

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 53