De fllillifaire 5ociefeif Geen instelling heeft den laatsten tijd aan zooveel critiek bloot gestaan als de militaire -sociëteit, maar de meeste critici bepaalden zich tot een afbreken door middel van algemeen heden. Hoe het beheer en het wezen van eene cantine wel moesten zijn, werd gemakshalve buiten beschouwing gelaten dan wel, wanneer men al hervormingen aanprees, verwaarloosde men de geldelijke gevolgen. Ook de Legervereeniging liet zich op dit gebied niet onbetuigd. De Vereeniging acht het (merkwaardig, zooveel als door die vereemging „geacht" wordt), ter bestrijding van het drankmis bruik, van groot belang, dat de militaire cantines 1. gelegen zijn binnen de kazerne, 2. door inrichting en gelegenheid tot ontspanning er zooveel mogelijk toe bijdragen, den soldaat van de straat en uit de kampong te houden. De Vereemging acht de ruime gelegenheid tot drankgebruik in de bestaande cantines afkeurenswaardig en een gevaar voor den soldaat In de eerste plaats moge wel eens de kwestie behandeld worden van het drankmisbruik: is dit inderdaad zoo erg in ons leger? In het Koloniaal Verslag (zonderling, dat dit perio diek wel aan elk gezaghebbertje verstrekt wordt, maar daaren tegen met aan gewestelijke-, plaatselijke-en korpsbureau's) vindt men hieromtrent statistische gegevens. Volgens dit periodiek werden over het tijdvak 1911 t/m. 1915 bij eene gemiddelde sterkte van 8133 Eur. militairen gemiddeld 1702 dezer categorie per jaar gestraft wegens drankmisbruik, alzoo 20,9°/o. jaarlijks werden in dit tijdvak gemiddeld 2203 straffen opgelegd wegens drankmisbruik, of 1,3 per overtreder. Gezien de omgeving en het menschenslag, waaruit onze fuseliers gerecruteerd worden 720

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 58