anti-militairisten, en beveelt een degelijke opvoeding gedurende
den diensttijd en een waardige houding der meerderen als te
genwichten aan.
„De luizenplaag bij onze legerpaarden" door de paarden
artsen Zwijnen berg en Burggraaf.
„Niet 10000, maar 20000 mitrailleurs" door Kap. Verberne.
Politiek maandoverzicht, enz.
Militaire Spectator No. 5.
„Eenige gedachten over de toekomst van ons leger" door
den Isten Luit. van Slobbe. Schr. vraagt zich af, hoe het leger
meer direct nut voor het land kan hebben en hoe volk en
leger ineengesmolten kunnen worden, zonder van ons volk een
militaire natie te maken, en geeft als zijn oordeel o.a. de vol
gende middelen: 1. de opleiding tot soldaat moet mede ten
doel hebben de lichamelijke, zedelijke en moreele ontwikkeling
van het volk, 2. de opleiding tot soldaat moet slechts voor
een klein deel in het leger geschieden, 3. algemeene dienst
plicht, 4. de onderdeden moeten zooveel mogelijk gelocaliseerd
worden ingedeeld.
Eenige opmerkingen naar aanleiding van den inhoud van
Hoofdstuk IV. O. V. V. door WiRix. Schr. bespreekt hierin
eenige punten betreffende den verkenningsdienst, waaronder
de ook in dit tijdschrift zoo meermalen aangeroerde taak van
verkenningscavalerie en beveiligende cavalerie te dien opzichte.
„De scherpschutterseischen en het gevechtsschieten", door
Luit. Verschoor. Schr. acht de eischen voor scherpschutter niet
in overeenstemming met het doel van de schietopleiding, welke
op resultaten op het gevechtsveld aanstuurt, daar deze eischen
zijn ontleend aan het schoolschieten. Hij stelt als scherpschut
terseischen: 1. de man moet onbekend zijn met den afstand,
2. de doelen moeten oorlogsdoelen zijn, 3. de man moet voor
de proef een sprong gemaakt hebben, dan wel aan marsch- of
exercitieoefeningen hebben deelgenomen, 4. de bajonet moet
bij al die oefeningen op het geweer geplaatst zijn.
„De oorlogservaringen en de inrichting van onzen mil. geen
dienst", door den Off. v. Gez. Nord. Schr. bepleit een concen
tratie van de geneeskundige afdeelingen onder bevel van den
legerarts onder den commandant veldleger en wil de hoofd-
verbandplaatsen als regel ver achter de vuurlinie brengen in
grootere gemeenten, waardoor één hoofdverbandplaats voor
1 of meer divisies voldoende is. Daar worden ziekenhuizen inge
richt van een semi-permanent karakter.
749