Het gevolg is, dat de Indische leerlingen niet alleen over veel minder tijd voor eigen studie dan hun Nederlandsche ka meraden beschikken, maar ook, dat zij van dien korteren tijd maar een deel kunnen besteden aan eigenlijke militaire vakken, die voor het doel hunner opleiding van het meeste belang zijn, nl. strategie, tactiek, krijgsgeschiedenis en stafdienst. Taallessen inzonderheid eischten veel voorbereiding van de leerlingen, voora! wanneer het eene taal als het Javaansch geldt, welke, behoudens eene enkele uitzondering, voor ailen geheel nieuw is. Het gevolg is, dat de eigenlijke militaire vakstudie lijdt onder de studie der Indologische vakken en omgekeerd de uitkomsten var. het aan de H. K. S. gegeven onderwijs in Javaansch en Ma'eisch zijn hiervan een sprekend bewijs. Hetgeen onze groote oefeningen leeren omtrent de uitkomsten van het zui ver krijgskundige onderwijs, laat ik hier liever in het midden. Het zou dus een punt van overweging kunnen uitmaken om ten behoeve van het onderwijs in de Indologische vakken den cursus van de H. K. S met eenige maanden te verlengen, indien niet eene nadere beschouwing leerde, dat kennis van althans de meeste dezer vakken niet tot de officieren van den generalen staf beperkt moet blijven en evenmin behoort tot eene vorming in algemeen krijgskundige richting. Het grootste gedeelte van onze Inlandsche militaren zijn ge boren Javanen, derhalve is kennis van het Javaansch voor hunne onderwijzers, dat zijn de officieren en de onderofficieren, on misbaar en ik heb het altijd als iets heel merkwaardigs be schouwd, dat het legerbestuur de kennis van die taal niet voor de troepenofficieren, althans voor die bij de depot's ver plicht gesteld heeft; de bruikbaarheid van den Javaanschen militair en daarmede van ons geheele leger, had er werkelijk veel door gewonnen. Komt het eenmaal tot invoering van dienst plicht onder de inheemsche bevolking op Java, dan is het uitsluitende gebruik van het Javaansch bij de opleiding nood zakelijker dan ooit, omdat de dienstplichtigen veel korter dan de vrijwillig dienenden onder de wapens blijven. Naast Javanen dienen in ons leger een aantal militairen van verschillende andere landaarden, w. o. de Menadoneezen het talrijkst vertegenwoordigd zijn. Het zou voorloopig te veel 766

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 12