Reeds ongeveer dertig jaren geleden schreef Fritz Hoenig als
motto boven zijn meesterwerk „Zwei Brigaden" „Die
vervollkommneten Schuszwaffen haben die Truppenfithrung im
Kampf nicht nur verandert, sondern auch eingeschrankt und
erschwert.
Will ein Heer nicht auf den Sieg verzichten, so musz die
Taktik psychologischer werden".
In overeenstemming daarmede dient naast de bestudeering der
materiëele beteekenis van de historische feiten, welke ons de
uitwerking der wapenen, den invloed van het terrein, enz., enz.,
leert kennen, hun psychologische beteekenis op stelselmatige
wijze te worden ontleed en besproken en daarom is kennis
ook van onze eigen krijgsgeschiedenis, al levert deze misschien
op zuiver strategisch en tactisch gebied weinig of niets van
belang op, onontbeerlijk, want zij verschaft de eenige gelegen
heid om ons een denkbeeld te vormen, hoe ons veelsoortig
soldatenmateriaal zich vroeger onder den invloed van levens
gevaar, vermoeienissen en ontberingen, voor- en tegenspoed ge
dragen heeft (2), in welke richting de vredesopleiding de daar
door aan het licht gekomen eigenaardigheden moet leiden en
ontwikkelen, in hoeverre de gevechtsvoorschriften daarmede
rekening moeten houden, enz., enz.de H. K. S. behoort tot eene
dergelijke bestudeering der krijgsgeschiedenis den weg te wijzen.
Tot dusverre heeft men bij het onderwijs aan de H. K S.
niet voldoende doen uitkomen, dat de oorlog in de eerste plaats
met menschen, in de tweede plaats met materieel en met paar
den gevoerd wordt, dat het derhalve niet aangaat aan wapenleer,
versterkingskunst en paardenkennis meer belang toe te kennen
dan aan menschenkennis. Groote veldheeren zijn immer groote
menschenkenners geweest; de komende reorganisatie van het
militaire onderwijs moge alzoo de studie van alle vakken, die
het gebruik van troepen in oorlogstijd leeren, op psychologischen
grondslag vestigen.
(1) Later uitgegeven onder den titel „Untersuchungen über die Taktik
der Zukunft".
(2) Het is te hopen, dat de jonge Krijgsgeschiedkundige Afdeeiing van
den Generalen Staf hare nasporingen ook over dit gebied uitstrekt.
769