a. Schuilplaatsen in laag terrein.
Dekking is gewenscht tegen geschutvuur, le uit vlakbaange-
schut, 2e uit worpgeschut.
1. Is gewoonlijk mogelijk, gronddekking van voren van 3 a
4 M. is voldoende; de invalshoek op 4000 M. is 13°, d.i. onder
1/4; een helling van het bovenvlak der schuilplaats van 1/4
is dus afdoende (fig. 30).
2. Is onmogelijk tegen voltreffers, dekking tegen worpvuur
van 10 a 12 cM. Hw. eischt 2 M. grond en hout, tegen
worpvuur van 15 cM. Hw. 5 a 6 M. grond; tenzij dus ge
wapend beton of ijzer kan worden toegepast, moet volstaan
worden met scherfvrijheideen minimum van 0.40 M. grond,
liever 1 M., noodig tegen scherven van 15 cM. Hw., is daarvoor
vereischt.
Verschillende constructies.
1. Het maken van scherfvrije nissen in de borstwering of lie
ver er achter; voornl. toe te passen bij borstweringen geheel
of grootendeels in ophooging.
Het gebruik van op het maaiveld geplaatste jukken werkt
beter en vlugger dan het inslaan van palen (fig. 31); gelet moet
worden op een goed schoorverbandde schuilplaats op zichzelf
moet een onvervormbaar geheel zijn, bestand tegen mijnwer-
king. Het bovenvlak krijgt een kleine helling en wordt zoo
mogelijk afgedekt met planken, bij gebrek daarvan peloepoeh
of sesak, waarop asphaltvilt, c. q. golfijzer, tegen regenwater. Op
het asphaltvilt komt eerst een laagje zand van 5 cM., al
vorens het rondhout erop wordt aangebracht dienende tegen
het stukdrukken van het asphaltvilt. Bij gebrek aan asphalt
vilt e.d. zijn wellicht elkaar dekkende halve bamboes te ge
bruiken. Schuilplaatsen, waar de dekkende laag rechtstreeks op
de jukken wordt gelegd, zijn vrijwel onbewoonbaar, alléén voor
de bewakingsbezetting desnoods toe te passen. Schuilnissen
van rechthoekige doorsnede zijn aan te brengen achter een
reeds bestaande loopgraaf; wordt de schuilplaats in den aan
vang reeds gesteld, dan is een trapeziumvorm practischer (zie
fig- 32 a en b). Als materiaal voor de gebinten zoo mogelijk
geen bamboe toepassen, maar hout of palmstammen; de boven
dekking kan bestaan uit rondhout met grond of een be-
773
I. M. T. 48 1918.