aanbouw van schepen in de eerste plaats moet worden gedekt het verlies aan schepen, voornamelijk door ouderdom, maar ook door ongevallen en door verkoop aan het buitenland. Men kan aannemen, dat het van stapel loopen van de 400.000 ton in 1917 voor een .groot deel heeft plaats gehad in het tijdperk van 1 Januari tot 31 Mei van dat jaar; daar nu in 1916 even zeer belangrijke aanbouw van schepen plaats had, mag wel worden aangenomen, dat van af einde November 1916 tot einde Mei 1917 ongeveer 200.000 ton aan schepen boven de 1000 ton van stapel liepen. Toch vermeerderde de bruto tonnenmaat van de Japansche handelsmarine in dat tijdperk slechts met 4810 ton aan schepen boven de 1000 ton (1. M. T van Nov. 1917), niettegenstaande de tonnenmaat aan schepen beneden de 1000 ton met 4950 ton verminderde. In nadere beschouwing dient thans te worden genomen de vraag, welk deel van zijn handelsvloot door Japan voor den overvoer van zijne legers benut werd. S. neemt aan, dat in Maart 1904 277.000 ton bruto voor dat doel gebezigd werd en dit cijfer ook de later gebezigde tonnenmaat aangeeft. Hij grondt dit op een door hem gevonden opgave, dat de Garde en de 2e divisie in 185 schepen werden geëmbarkeerd, terwijl de aanwezige gegevens omtrent het aantal later gebezigde schepen een kleiner getal vermelden. S. veronderstelt nu, dat de gemiddelde inhoud van de voor den overvoer der troepen in den Russisch-Japanschen oorlog gebezigde schepen 1500 ton bruto zou hebben bedragen, een veronderstelling, welke geheel ten onrechte was. Voor bedoelden overvoer werden in Mei in de eerste plaats gebezigd de schepen van de zwaar gesubsidiëerde stoomvaart maatschappij „Nippon Yusen Kaisha". Deze maatschappij had in 1904 groote schepen in regelmatige vaart op verwijderde buitenlandsche havens en ook een aantal kleinere schepen voor de vaart op China, Korea en Wladiwostok, voor de kustvaart voor de vaart op de Yangtsekiang. In totaal was de tonnenmaat 248.830 ton Japen Yearbook 1907 blz. 561. 780

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 32