het aantal vreemde schepen, dat daaraan deelneemt, is betrek kelijk veel kleiner geworden. Juist daardoor heeft de Japansche handelsmarine zulk een groote uitbreiding verkregen. Reeds vóór het uitbreken van den wereldoorlog was het duidelijk, dat in die richting werd aangestuurd; deze oorlog heeft het proces verhaast. Het zou thans aan de vreemde scheepvaart op Japan onmo gelijk blijken althans niet gedurende het eerste oorlogsjaar om het verkeer te bedienen, wanneer een groot deel van de Japansche handelsmarine aan hare bestemming wordt ont trokken. Van grooten invloed zal ook hierop zijn, wanneer onder de vreemde schepen, welke Japan geregeld bezoeken, veel schepen zijn van de mogendheid, waarmede het in oorlog is gekomen, daar deze dan aan de handelsbeweging onttrokken worden. Sedert 1904 is de geregelde vaart van Nederlandsche schepen op Japan belangrijk toegenomen. Meer dan in 1904 het geval was, zal thang gerekend moeten worden op vermindering van de vervoerscapaciteit van de in de vaart te laten Japansche schepen door vijandelijke actie. Men denke aan den duikbootenoorlog en ook, vooral bij de vaart op Europa juist in het begin van den oorlog, op een optreden als van de „Emden". Eindelijk zullen een aantal handelsschepen als hulpkruiser benut moeten worden, zoowel ter bescherming van de scheep vaart als om een blokkade van de vijandelijke kusten voor al als die een groote uitgestrektheid hebben naar behooren te kunnen uitvoeren; een en ander was in 1904 slechts in geringe mate noodig. Alles bijeengenomen zou Japan evenals Engeland thans en in de toekomst slechts een klein deel van zijn handelsvloot voor transport kunnen benutten, wil het zijn handel, maar vooral zijn industrie niet geheel lam leggen en, wat van meer belang is, wil het niet de volksvoeding in gevaar brengen, waardoor binnenlandsche orflusten zouden kunnen ontstaan. Japan leeft thans grootendeels als industriestaat met grooten export naar het buitenland, komt echter meer en meer te kort aan land bouwproducten. Bedoelde ontlusten zijn des te eerder te vreezen, wanneer de oorlog wel gevoerd wordt om groote belangen te 787

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 39