in het Nederlandsche leger enkele duizenden verlofsofficieren aangesteld, van wie ook stellig een niet onbelangrijk aantal in de Koloniën zal belanden. Aangenomen mag dan ook wor den, dat deze bron voor Indische verlofsofficieren rijkelijk zal vloeien. Er is voorgesteld deze officieren in hun rang over te nemen bij ons leger. Ik kan dit voorstel niet toejuichen. Van hoe goeden wil de Hollandsche verlofsofficieren ook mogen zijn, én de wijze van opleiding én de onvoldoende eischen gesteld voor aanneming dwingen mij hunne bruikbaarheid voor ons leger in twijfel te trekken. Stip ik hierbij dan nog aan, dat de hen geheel vreemde legertoestanden, de totaal andere reglementen en voor schriften, het geheel andere materieel, eene héropleiding noodig zullen makenimmers, de herhalingsoefening" is bestemd, om het „reeds geleerde" op te halen en den verlofsofficier met zijn oorlogscommando vertrouwd te maken. Overneming van Hollandsche verlofsofficieren, zonder meer, dus zonder dat hier aan eene hèropleiding wordt verbonden, wil mij dan ook onjuist toeschijnen. 8. Heeft het „Reservekader Instituut" voor ons leger eigenlijk wel reden van bestaan? Ten einde ons een juiste voorstelling van dit instituut te kunnen maken, dien ik te releveeren, dat het Holl. reservekader oorspronkelijk bedoelde „kadervorming", uit welk kader tevens een aantal officieren kon worden opgeleid. Thans beoogt dat instituut geheel en alleen officiersvorming, terwijl in het lagere kader wordt voorzien door opleiding uit de dienstplichtigen. Het is dus een officiers instituut. En dit is het blijkens de Indische Regeling (art. 1) ook. En nu vraag ik: welk belang heeft het voor het Indische Leger, om, waar de dienstplicht voor Europeanen algemeen is, een aantal dienstplichtigen, vóór den dienstplichligen leeftijd reeds in opleiding te nemen voor den officiersrang? 1) Ik hoop hierna aan te toonen, waarom ik het opieidingssysteem en de wijze van aanneming onvoldoende waarborgen acht voor hunne bruik baarheid te velde. 791

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 43