heerscht door de ontwikkeling van den aspirant, zal men den besten waarborg verkrijgen door het eischen van een hoogen graad van algemeene ontwikkeling. Uit het in Nederland verkregen resultaat meen ik al met beslistheid te kunnen besluiten, dat daar de eischen te laag waren en dat wij goed zullen doen als minimum grens te stellen: einddiploma eener H. B. S. met vijfjarigen cursus of een daarmede gelijkwaardig diploma. Kapitein C. C. de Gelder zegt het zoo juist in zijn in Januari 1913 in „Krijgswetenschap" gehouden voordracht over: „De Opleiding der Verlofsofficieren". Vergunt mij uit deze lezing eene aanhaling te doen: „Op de positie of toekomstige positie wordt bij ons nietgelet.zoo- „dat er bij onze Verlofsofficieren schrille tegenstellingen kunnen „bestaan tusschen hunne plaats in de maatschappij en in het leger. „Men begrijpe mij weleene gezonde democratische opvatting „heeft hare goede zijde, doch het strekt zeer ten nadeele van „het prestige van den meerdere, indien zijne ondergeschikten „weten en in ons klein land weet met dat spoedig dat „hij in de burgermaatschappij eene inferieure of afhankelijke „positie heeft. De schutter van Speenhoff, die zijn kolonel „bedreigt, geen kaas meer bij hem te zullen koopen, geeft ten „deze de volksmeening weer. „Doch ook maakt eene ondergeschikte positie iemand minder geschikt en tevens minder geneigd tot bevelende dagelijksche „taak drukt toch op ieder een stempel. Waar nu de oudleer- „lingen der M. U. L. O. scholen en der 3-jarige H. B. S. e. d. „grootendeels bestemd zijn voor kantoor- en winkelbedienden, „dus voor lagere etnployé's, zullen daarentegen de leerlingen „der andere instellingen de stof leveren voor leeraren en onder- „wijzers, notarissen, ontvangers, advocaten, ingenieurs, journa listen, fabrikanten en chefs van handelskantoren. En het is uit „dezen kring, dat men de verlofsofficieren moet verkrijgen. „Voorts dient men bij voorkeur hen te nemen, die door onderne mingsgeest, flinkheid en handigheid of meer algemeen gesproken, „door hunne eigenschappen, zoomede door hun lichaamsbouw „en voorkomen, hun physiek, op den voorgrond treden". 793

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 45