„Kon men nu inderdaad uit de dienstplichtigen diegenen kiezen,
die maatschappelijk, geestelijk en lichamelijk voor aanstaan, dege-
„boren aanvoerders dus, dan zou de militaire vorming zich in
hoofdzaak kunnen bepalen tot het verder ontwikkelen der goede
eigenschappen en tot het aanbrengen der militaire kundigheden".
Tot zoover de Heer De Gelder.
Is het niet, of Kapitein De Gelder deze regelen voor ons
heeft geschreven? Wij toch verkeeren in de gunstige omstandig
heid de aanvoerders te kunnen uitkiezen; alle dienstplichtigen
komen in onze handen; wij hebben slechts te kiezen!
En in plaats van deze gunstige toestand te benutten, doen
wij een sprong in het duister. Of we de meest geschikten
krijgen, ja dan neen, het hangt van het toeval af; wij hebben
er geen medezeggenschap bij!
Ten overvloede wil ik er nog op wijzen, dat men in een
korps van verlofsofficieren veel scrupuleuzer moet zijn ten
opzichte van het toelaten, dan bij een korps beroepsofficie
ren. De beroepsofficier komt in een anderen stand en weet
in den regel zich wel daar aan te passen; maar de ver
lofsofficier blijft steeds in dezelfde maatschappelijke sfeer
voortleven.
Ter illustreering van de resultaten, die vrijwillige aanmel
ding geeft, wil ik hier een citaat geven uit een artikel in
„Journal des Sciences Militaires" van 1911, handelende over
de „Elèves-Officiers de Reserve" van het Fransche Leger (zoo
als wellicht bekend, dienen liefhebbers voor de „galon" na hun
eerste dienstjaar een verzoek in om tot verlofsofficier te worden
opgeleid, moeten dan een examen afleggen, waarna de ge-
schikten worden aangewezen ik druk er op uit de lief
hebbers.)
Schrijver gaat na, welke redenen de aspirant-officieren tot
hun besluit brengen, en verdeelt hen dan in 4 groepen.
„De eerste, het overgroote deel, omvat al die jongelieden,
„die meenen in het behalen van den officiersrang het middel
„te vinden om op aangenamere wijze dan hun kameraden
„den overigen dienstijd door te komen. Zij meenen, dat de 6
„maanden der opleiding, zij zijn er zeker van, dat de 6 maanden
„dienst als officier, perioden zijn van een zachter leventje.
794