„Zij zijn uitstekende rekenmeesters, die het vóór en tegen nauw keurig hebben overwogen; zij achten de veraangenaming van „de rest van hun eersten-oefeningstijd van meer belang dan „het ongerief van de aanvullingsperiodes, die zij moeten door- nloopen. Wat hen niet belet, ieder maal, dat men hen aantoont, „hoe welwillend de wet voor hen is, er den nadruk op te leggen, „hoe groot de opoffering is, die zij zich hebben opgelegd! „Voegen wij er aan toe, dat bij vele jongelieden het verlangen „naar de officiersuniform, het prestige aan dien rang verbonden, „de mogelijke successen bij de vrouwen en somtijds de klein zielige voldoening om zich door oudgedienden te zien salueeren, „evenwel vele kleine oorzaken zijn, die zich bij het hoofdmotief „voegen, om de sterren begeerlijk te maken. „Een tweede groep, talrijker dan men zou denken, is die der „jongelieden, die een aangeboren aanleg voor het bevelvoeren „in zich gevoelen, die een uitweg voor hun energie zoeken. „Door officier te willen worden, gehoorzamen zij aan hun natuur. „Deze fanaten, wij herhalen het, zijn vrij talrijk en ziedaar „een bemoedigende gedachte. Zij zullen volmaakte reserveoffi- „cieren zijn, „De derde groep vormen de jongelieden, die in de sterren „vooral zien wij zouden durven zeggen voor enkelen uitsluitend „zien het tractement. Verscheidene leerlingen hebben ons eerlijk „bekend, dat aangezien zij geen enkele bron van inkomsten „hebben, zij den aanleg voor onderwijs, dien zij bezitten, tot „een bron van inkomsten wilden maken, en het hun verkieslijk „voorkwam 200 francs per maand te toucheeren, boven één „sou per dag. Het verlangen van deze jongelieden is volkomen „betamelijk, wanneer zij bovendien in hun binnenste een „heel klein beetje idealisme herbergen. Wij vragen slechts een „heel klein weinig, maar iets van een hooger ideaal moet „er zijn. „De vierde groep wordt gevormd door de onverschilligen en de „besluiteloozen. Hij bevat al diegenen, die zich hebben opge geven zonder eigenlijk te weten waarom, medegesleurd door het „voorbeeld van vrienden, voortgestuwd door hun chefs of door „familie, uit reine ploertigheid of eenvoudig bij wijze van „afwisseling." Tot zoover het citaat. 795

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 47