Erg aanmoedigend ziet het geheel er niet uit; het is bedroe vend en toch zoo waar! Ik zelf heb in het Ned. Leger alle 4 groepen teruggevonden, ook groep 3. Doch tevens ben ik er van overtuigd, dat, wanneer men de vrijwillige aanmelding vervangt door aanwijzing door de officieren der militiecompagnieën, men althans de groepen 1 en 3 tot minima zal kunnen terugbrengen. D. Intermitteerende opleiding. Volgens art. 12 van de „Regeling" kan de eerste oefening en de opleiding over 3, hoogstens 4 jaren worden verdeeld. Alhoewel de duur der opleiding nog niet bekend is, alleen de maximumgrens van 12 maanden is genoemd, geloof ik niet teveel te raden, als ik aanneem, dat die duur wel net zoo zal worden als in Holland en dus voor Inf. en Vest. Art. 8 maanden. Nu is dit zeer zeker een uiterste minimum, vooral, wanneer we bedenken, dat van deze 8 maanden nog afgaan 1 maand om den aspiranten de meest elementaire militaire vorming te geven, verder een 8-tal verlofdagen bij Kerstmis, jaarswisseling, Paschen en Pinksteren, bovepdien ruim 30 Zondagen en ten slotte zeker ong. 14 dagen voor de noodige examens. Deze minimale tijd nu nog te verdeelen over 3, hoogstens 4 jaren, lijkt mij niet in het belang van het leger. Juist als de burger eenig militair begrip begint te krijgen, gaat hij weer voor een jaar weg; hij vergeet een deel van het hem geleerde, de routine is weg en als hij het volgende jaar weer onder de wapenen komt, zal het noodzakelijk blijken, weer een, zij het korte, herhaling van de reeds behandelde stof te geven.— En daar men voor intermitteerende opleiding er geen Centrale School op na kan houden, met vast leeraarkorps en dus sys teem in de opleiding, krijgt de aspirant ieder jaar andere instructeurs, met andere inzichten, wat de opleiding zeker niet ten goede komt. In Holland worden de voorstanders der intermitteerende op leiding dan ook alleen gevonden onder de aspiranten zelve en hunne respectievelijke papa's! Maar er is meer Door den opleidingstijd over 3 of 4 jaren te verdeelen, waarbij nog een jaar komt, waarin de officiersrang wordt be- 796

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 48