minder verlof dan in den troep), ruime liefhebberij bestond,
zoodat zich b.v. uit één landstormlichting voor 5 plaatsen op
de School voor Verlofsofficieren, 25 candidaten opgaven
En waar nu deze lokmiddelen uit den aard der zaak gaan
ten koste van de deugdelijkheid der opleiding, en dus het mili
taire belang schadenwaar bovendien, zooals ik hiervoor be
toogde, ze in ons weerplichtsysteem niet noodig zijn en dus
zuiver persoonlijke bevoordeeling geven daar lijken mij deze
middelen ten eenenmale te verwerpen
Thans nog een korte beschouwing over het thuis wonen"
der aspiranten, een bepaling, die n.m.m. niet in uitvoering
mag worden gebracht. (Gelukkig, dat art. 15 prettig is gesteld
de clausule „zoolang zulks niet ten nadeele van den dienst
blijkt te zijn" opent groote mogelijkheden.)
In de toelichting op art. 15, waarin het thuis wonen wordt
besproken, wordt dit het prima middel genoemd, om den toe
loop tot het nieuwe instituut te bevorderenImmers, de aspiranten
zullen dan niet met de „tangsi" in aanraking komen, wat aan
de aspirantenouders zuchten van verlichting zal doen ontsnappen.
Geachte lezers! Ik geloof niet, dat het waarde heeft, om hier
de verschrikkingen van het tangsileven nader te bespreken; ieder
heeft daarover zijn eigen inzichten. Maar wel komt het mij
bedenkelijk voor, dat het Legerbestuur, speculeerende op den
afschuw van buitenstaanders voor een beweerden immoreele
toestand in de kazerne, hierdoor den toeloop tot een nieuw
legerinstituut wenscht te bevorderen!
Afgescheiden hiervan kan ik echter het thuis wonen der
aspirant-verlofsofficieren niet goedkeuren. Wil men van den
burger in een zeer korten tijd een officier maken, dus een
persoon, die behalve een dosis wetenschap, eenig militair begrip
heeft verkregen, dan is kazerne-opleiding mede noodzakelijk.
Aan de opvoeding op de chambree, waar door voortdurende
contróle van den persoon, van zijne wapening en uitrusting,
en het onderhoud daarvan en door inspectiën, den leerlingen
militaire orde, regelmaat en netheid wordt bijgebracht, hecht
ik groote waarde.- En hoe wil de verlofsofficier later in het
798