hen leiden en voorgaan in de vervulling, zoowel van hunne militaire als van hunne zedelijke en maatschappelijke verplich tingen. De betrokken autoriteiten behooren deze aangelegenheid met den meesten ernst ter harte te nemen, en er voor te waken, dat voornamelijk hunne onderhoorige officieren in dit opzicht in bovenbedoelden zin al es doen, wat in het belang van de zedelijke ontwikkeling der militairen dienstig kan zijn, en wat, gelet op de groote verantwoordelijkheid, die voor het moreele welzijn van den soldaat op hen rust, van hen mag en moet worden gevorderd". Evenals voor bewaar- en Fröbelscholen een stelsel is uitgedacht om het jonge kind te gewennen aan orde en tucht, zoo is, rekening houdende natuurlijk met de strengere eischen, die het gevaar ons stelt, voor de krijgsmacht ook een stelsel uitge dacht, om ons militairen de begrippen „tucht" en „onderge schiktheid" goed in te prenten, een goed doordacht stelsel, dat, getoetst aan elke ervaiing, steeds blijken heeft gegeven uitstekend te zijn En tot dat stelsel, dat in de practijk heeft bewezen goed te voldoen op tijd en plaats, waar het behoorlijk werd toegepast, dat dus onaangetast moet blijven, wil het zijn kracht niet verliezen, behoort als onderdeel„het brengen van den militairen groet." Die militaire groet, M. H is geen „plagerij", geen „teeken van onderworpenheid". Neen zij is voor ons militairen, die elkaar aan de uniformen herkennen als te behooren tot één „groo- tenbond van strijdmakkers", welke men het „Leger" noemt, zuiver een groet, dien men elkaar brengt, wanneer men elkaar tegen komt, evenals twee beschaafde menschen bij ons te Lande elkaar ook groeten, als zij elkaar ontmoeten of passeeren en waarbij dan ook de ondergeschikte of de jongere het eerst den groet brengt, die door den Chef of den oudere even hoofsch wordt beantwoord. Wordt die groet niet gebracht, de burgeronder- geschikte zou er het noodige van hooren. Wordt zij niet be antwoord, of niet voldoende hartelijk-gemeenzaam, of beleefd, men zou. de burger ondergeschikten eens hooren klagen! Ergo de verplichte groet is bij ons inheemsch. Waarom zouden wij, Nederlandsche militairen, het dan zonder groet moeten stellen Omdat militairen van andere nationaliteit misschien eenigszins anders doen? Ja, maar de burgerbevolking in die landen huldigt immers op het gebied van groeten ook eenigszins andere begrippen dan wij. En moeten wij steeds anderen naapen De groet is bij ons gebruikelijk, laat hem dan ook zijn recht van bestaan behouden in ons leger. En zorgt steeds, dat zij 807

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 59